De jeugd en de toekomst

Op het gevaar af een narrige ouwe vent gevonden te worden, waag ik het er toch maar op met deze overpeinzing. Waarbij ik met de deur in huis val met de retorische vraag of ik eigenlijk in deze tijd nog wel jong zou willen zijn. Zou ik nu nog geboren willen worden om in de eenentwintigste eeuw te leven? Een vraag die vooral is ontstaan uit de verwondering om wat ik om mij heen zie gebeuren en waarin ik vaak de nu als vanzelfsprekend ervaren contrasten gewaar word met de tijd waarin ik zelf opgroeide. Dan heb ik het over de vijftiger en zestiger jaren, met misschien wel hun sulligheid en lulligheid, maar waarin je je toch zeker veilig en geborgen kon wanen en er bepaald nog taboes bestonden en wederzijds respect zich niet beperkte tot die zo veel gebezigde kreet, maar daadwerkelijk handen en voeten kreeg. Met daarna de zeventiger en tachtiger jaren waarin grenzen verlegd, maar niet overschreden werden of konden worden omdat verdraagzaamheid de rode draad was in en voor de samenleving. Waardoor ieder het wel uit zijn hoofd liet om minderheden, of dat nu allochtonen, homo’s, Joden of wie dan ook waren, te discrimineren of te denigreren in woord, gebaar of daad. Omdat dat toen als een boemerang werkte en je jezelf zo alleen maar kon stigmatiseren. Zodat dat wel uit het hoofd werd gelaten en de wereld bijeengenomen, hoewel opwindend, tegelijk ook veilig was en ook zo aanvoelde.

Waardoor het met alle sociale en economische problemen die er heus waren, best aangenaam was om toen te bestaan. Hoe dat in zijn tegendeel heeft kunnen verkeren, met mijn grote vraagtekens vandien bij de perspectieven en het plezier die het hedendaags bestaan aan de jongeren onder ons zou moeten bieden, weet ik niet. Want ik ben het zicht daarop volledig kwijt geraakt en zie in feite steeds meer obstakels op de weg die mensen naar het geluk zou moeten voeren. Zoals onverdraagzaamheid, de toenemende kwetsbaarheid van de positie van minderheden die met name zijn oorzaak vindt in een groeiende discriminatie, de rauwheid waarmee men elkaar bejegent, het zonder aanziens des persoons kwetsen van elkaar. En dan het pesten en de uitingen van geweld die onmiskenbare componenten in ieders bestaan zijn geworden. Of is ieder zijn leven soms zeker? Neem ook nog mee dat alles voor ieders ogen uitvergroot wordt, zonder subtiliteit en nuance en het laat zich allerminst lastig raden dat dit gevolgen heeft voor de moraal, de zeden, het gedrag en de gewoonten van volgende generaties, waardoor elk individu zich alleen maar meer op de proef gesteld zal kunnen weten. Dat kwam dus spontaan bij mij langs en op in het afgelopen weekend toen ik in een kort tijdsbestek het debat over Zwarte Piet, de onthoofdingsvideo plus de racistische reakties op de selfie van de donkere Oranje – voetballers bij mij de revue zag passeren, en mij dus in alle ernst afvroeg of ik op dit moment nog jong zou willen wezen.

Advertentie

Over robschimmert

een senior met een brede belangstelling en een sterke maatschappelijke betrokkenheid, die daaraan op schrift en in de vorm van een weblog vooral uitdrukking wil geven.
Dit bericht werd geplaatst in Samenleving en getagged met , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

6 reacties op De jeugd en de toekomst

  1. Margo zegt:

    Ik zie dat ook zo, deze gedachten gaan ook door mijn hoofd. Ik ben ook blij niet jong te zijn in deze tijd. Ik benijd mijn dochters 27 en 28 jaar) niet.

  2. sjoerd zegt:

    Af en toe schaam ik me voor de Nederlanders die dit doen. Het heeft absoluut geen toegevoegde waarde.

  3. Mack zegt:

    Iedereen troeft elkaar af, maakt keiharde grappen, discrimineert, pocht, lult uit zijn nek, denkt dat-ie het beter weet, vindt dat hij recht heeft op, kan niet met autoriteit omgaan….daarbij gaan de sociale voorzieningen eraan, nemen de files toe, is er alleen nog maar ellende op tv…, het is inderdaad een prachtige tijd.

  4. hanneke zegt:

    Maar ik heb twee prachtige kleinzoons van 11 en (bijna) 9, die nog wel waarden en normen meekrijgen van hun ouders. En zo zijn er meer. Ik heb hoop voor de toekomst. Ik moet wel.

  5. Dhyan zegt:

    Ik heb het om redenen dat ik een leven lang streefde mezelf en alles om mij heen bewust te laten worden van de consequenties van het denken en handelen inmiddels op leeftijd afgeleerd om maatschappelijk betrokken te zijn. Ik doe het steeds vaker af met ‘het is mijn wereld niet meer’. Kennelijk heb ik het opgegeven dat er nog iets goeds uit voort kan vloeien.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s