Het derde sonnet van de fameuze Portugese dichter Fernando Pessoa (1888 – 1935) is niet alleen fabelachtig van constructie, maar roept ook steeds beelden van spiegelbeelden op bij het lezen ervan en wel net zo lang tot de verstrikking erin onvermijdelijk is:
In hoeveel maskers achter maskers gaat
Het uiterlijk van onze ziel gehuld,
En als de ziel zijn maskers vallen laat
Kent hij dan het gelaat dat wordt onthuld?
Het ware masker voelt zich niet van binnen
Maar blikt vermomd de buitenwereld aan.
Als het bewustzijn eraan wil beginnen
Laat het zich door zijn taak met stomheid slaan.
Zoals een kind schrikt van zijn spiegelbeeld
Zo wordt – gedachteloos – elke grimas
Door onze kinderzielen toebedeeld
Aan heel een wereld achter spiegelglas.
En de gedachte die de ziel ontmaskert,
Gaat daarbij zelf nooit anders dan gemaskerd.