Terwijl vele duizenden hun weg zochten langs de kraampjes van de Bokkemèrt in Valkenburg, vulde de zaal van het lokale museum ‘Land van Valkenburg’ zich met een in grote getale toestromend gehoor voor de inleiding die Herman van Rens over de vervolging van Joden in Limburg ging houden. Direkte aanleiding vormde het voornemen om op 7 november in Valkenburg een aantal ‘stolpersteine’ te plaatsen ter nagedachtenis van de uit die plaats in de Tweede Wereldoorlog gedeporteerde Joden. Wat enige tientallen zijn geweest en waar van Rens dan ook in zijn exposé en passant aan refereerde. Omdat het een detail was in zijn totale verhaal, dat dus het lot van de Joden in Limburg behelsde, ten aanzien waarvan hij zich als autoriteit heeft ontpopt nadat hij na zijn pensionering als huisarts in het Limburgse Beek geschiedenis is gaan studeren aan de Universiteit van Amsterdam en daaraan ook in 2012 promoveerde op een studie van de Jodenvervolging in Limburg. Een onderwerp dat zeventig jaar lang onontgonnen gebied is gebleven omdat de hele tragedie met betrekking tot de Joden in de grote steden in het Westen van het land door de aantallen waar het daar om ging, veel meer in het oog sprong en dus dramatischer was, en ook omdat de wijze van vervolging onder andere in Limburg toch anders was, konstateerde van Rens. Waarbij hij er bijvoorbeeld op attendeerde dat in een aantal provincies de kans voor Joden om de oorlog te overleven groter was dan in andere provincies, zoals dus ook in Limburg.
De manier waarop arrestaties werden uitgevoerd, speelde daar een belangrijke rol in. In Amsterdam bijvoorbeeld werd het merendeel van de Joden opgepakt in onaangekondigde razzia’s. Maar in Limburg werden de meeste arrestaties een dag van tevoren aangekondigd. Die vierentwintig uur gaf net de mogelijkheid om onder te duiken. Daarom kon de helft van de Joden in deze provincie nog een heenkomen zoeken en lieten ze zich toch niet als schapen naar de slachtbank voeren. Juist door die kans om een keus te overwegen. Wat de onderduik door Joden betreft en de hulp die zij daarbij ontvingen, blijken er grote verschillen binnen de provincie Limburg te bestaan. Met als meest lichtende voorbeelden van een bereidwillige niet – Joodse bevolking, de inwoners van het Noord-Limburgse Horst-Sevenum en Heerlen. Wat zich liet verklaren door de aanwezigheid van morele autoriteiten die mensen in hun omgeving meenamen in hun keuzes. Zoals de predikant van de gereformeerde gemeente in Treebeek, met vele lidmaten in Brunssum en Heerlen en de in Sevenum wonende journalist Mathieu Smedts en pater Vullings. Waarmee de meest opvallende konklusies zijn verwoord zoals Herman van Rens deze tijdens zijn lezing naar voren bracht en welke ook als zodanig zijn vermeld en breder uitgewerkt in zijn dissertatie die als Maaslandse monografie onder de titel “Vervolgd in Limburg” uitgegeven werd en op de markt kwam.
In Maastricht liggen ook enkele Stolpersteine. Ik moet zeggen dat dit indruk maakt. Ik heb er een tijd terug ook eens aandacht aan besteed.