Het wielerseizoen 2014 zit erop. Het Wereldkampioenschap is gereden. De drie grote rondes, de Tour, de Vuelta en de Giro, zijn achter de rug en met de Ronde van Lombardije hebben alle echte klassiekers hun beslag gekregen. De eindstand in de World Tour Ranking is opgemaakt en laat de Spanjaard Valverde als winnaar zien. Het goede tijdstip om een balans van het afgelopen wielerseizoen op te maken en meer in het bijzonder de positie van het Nederlandse wielrennen te beoordelen en te wegen en de prestaties van de Nederlanders naar hun betekenis en waarde te schatten. Want juist nu er in diverse krantenkolommen tevreden geluiden daarover beginnen door te klinken, is het het meest geschikte moment om alle door onze profwielrenners behaalde resultaten in het daartoe geëigende perspectief te plaatsen. Met toch als eerste konklusie dat het met die vermeende successen die zo tevreden lijken te stemmen, behoorlijk los blijkt te lopen. Want die ene etappezege in de Tour en die na zoveel jaren behaalde winst in Parijs – Roubaix zijn typisch die enkele zwaluwen die bepaald nog geen zomer maken. Zeker als het totale tableau van resultaten in alle ronden en klassiekers wordt overzien. Dan blijken die Nederlanders nog niet eens de tweede viool te hebben gespeeld. In geen enkele ronde van betekenis, noch in die van Frankrijk of in die van Spanje dan wel Italië, hebben ze ook maar iets meer gedaan dan aangeklampt, wieltjes geplakt en meegereden.
Om dan nog ergens een met veel pijn en moeite verkregen achtste plaats te scoren. Voor het overige heeft er geen Nederlander echt meegedaan of met de neus bij de beslissende strijd vooraan gestaan. Ook niet bij alle klassiekers, waar er per saldo toch wel een stuk of tien in een seizoen van worden gereden. Met Niki Terpstra dan als de uitzondering, die de Nederlandse wielerliefhebber toch weer hoop in het hart bracht op betere tijden. Die er dus ook in 2014 opnieuw niet aanbraken, omdat onze nationale elite het dus internationaal en over een breed front liet afweten. Met als dieptepunt wel de volledige anonimiteit zoals die door de voltallige Nederlandse equipe werd betracht tijdens de strijd om het wereldkampioenschap op de weg in het Spaanse Ponferrada. Waardoor we het uiteindelijk moeten doen met de ogenschijnlijke doorbraak van twee jonge talenten die mogelijkerwijs uitzicht op betere tijden biedt. Maar desondanks doen we er goed aan ons hart vast te houden. Want waarom zou het met Wilco Kelderman en Tom Dumoulin nu wel goed moeten gaan, waar zoveel vermeende, aangekondigde grote beloften het ten slotte lieten afweten en hun belofte nooit waar hebben kunnen maken. Omdat naarmate er steeds heviger naar succes wordt verlangd, dit ook alsmaar moeilijker te bereiken is.