Toch wel een keer of vier, vijf per dag komen ze voorbij. Die bussen met fietsende senioren die zichtbaar de aansluiting met het echte wielerpeloton hebben gemist. Tamelijk ongeordende en voortpeddelende formaties die zich wonderlijk genoeg zwijgend voortbewegen, waarin woorden dus nauwelijks worden gewisseld omdat het enig geldende parool blijkbaar voorwaarts is, dus zonder ruimte te laten voor iets anders dat daarvan afleidt. Gebiologeerd en de blik niet eens op oneindig, maar meer in het niets, dat lijkt in de regel de geestestoestand van al diegenen die deel uitmaken van zulke groepen van overduidelijk gelijkgestemden. Hoewel het begrip stemming toch een te geflatteerde weergave is van hun zichtbare gemoed, dat bij een nader te rade gaan bij mijzelf vooral vragen oproept en mij tegelijk allesbehalve vrolijk maakt. Want wat beweegt iemand om zich in zo’n gezelschap te begeven van zich zwijgend verplaatsende echtparen? Is dit het middel of het alibi om de eenzaamheid die in hun levens moet hebben toegeslagen, te verdrijven? Deze wanhopig stemmende en tot mislukken gedoemde poging, waarin onmogelijk het sociaal verkeer, het plezier en de gezelligheid is te bekennen waarnaar iedereen, ook elke senior, snakt. Hier word je slechts verdrietig van. Ik tenminste wel.
Van die eenvormigheid en die voorspelbare pikorde in de groep ouder geworden fietsers. Met die onvermijdelijke kaartlezer die uiteraard voorop rijdt, de bodywarmers in voortdurend foute en fantasieloze tinten, de vrouwen die elkaars zijde hebben gevonden met in hun midden ook altijd weer die ene die haar commentaar en commando’s schalt om zo de boel bij elkaar te houden. En natuurlijk achteraan die mannelijke hekkensluiter die zich van arren moede als zodanig heeft opgeworpen, omdat hij ook wat moest als hij zo zwaar tegen zijn zin met dit fietsuitje mee ging. Zie hem uitgezakt zitten en aanhoudend lijden, terwijl hij de meters en minuten aftelt en uitkijkt naar het moment dat hij thuis weer in zijn eigen stoel mag zijgen, met een volgend lijden op zijn fiets in het vooruitzicht. Want zo’n dag is logischerwijs een dik succes en voor herhaling vatbaar. Liefst op zo kort mogelijke termijn, als het weer zich houdt. Dus liever niet, denkt die hekkensluiter met het oprechte gemoed dat ieder voor zich zou willen hebben, maar daarvoor niet durft uit te komen door de knellende banden van de sociale controle waarvoor de meesten te oud zijn geworden om zich daarvan bevrijd te hebben. Met al deze treurigheid langs onze wegen tot gevolg.
Die hebben dan vandaag waar voor hun geld gehad… regen, met bakken tegelijk af en toe.
Eigenlijk ben je best grappig…
Ik kan dat ‘bussen’ met fietsende senieloren niet rijmen.