De lezer is gewaarschuwd. Dit wordt zoiets als een promo en tegelijk de afrekening met een beeld dat ooit kon ontstaan zonder dat duidelijk is hoe en waarom. Vandaar dat ik, voor mijn verblijf in die omgeving gedurende de afgelopen paar dagen, er nog altijd over dacht in termen van de Hoeksche Waard, dus geschreven met s c h. Waarmee het gebied in feite getypeerd werd als één grote kale vlakte tussen dijken, welke net goed genoeg werd verondersteld om te dienen voor de verbouwing van aardappels, kolen en suikerbieten. En als daar ook nog eens permanent storm en regen overheen joeg, was het stereotiep compleet, maar tegelijk ook in strijd met de werkelijkheid die ik er heb mogen ervaren. Met als uitvalsbasis Mijnsheerenland, een dorp dat direkt onder de rook van Rotterdam gevat en verscholen ligt in het groen, als een parel, direkt aan de Binnenbedijkte Maas, welke met zijn tien kilometer lengte alle mogelijkheden biedt voor watersportieve recreatie. Waar dan ook ruimschoots gebruik van wordt gemaakt getuige de jachthavens in lieflijke dijkdorpjes als Maasdijk, Westmaas, Maasdam en hetzelfde Mijnsheerenland. Overtuigende bewijzen dat het leven daar bepaald niet slecht is. Trok dit al een verrassende wissel op mijn vaststaand beeld van de Hoeksche Waard, het kantelde nog meer nadat ik links en rechts ook mijn licht had opgestoken en bijvoorbeeld onder de indruk was geraakt van de authenticiteit van een plaats als Oud Beijerland.
Met in het centrum een gracht vol met bloeiende waterlelies, haar oude haven, de vele gevels die wezen op een rijk verleden in de vijftiende en zestiende eeuw, maar bovenal de combinatie van levendigheid en landelijkheid die daar nog de kans krijgt door het ontbreken van een rechtstreekse verbinding met Rotterdam en Spijkenisse over het niet eens zo brede Spui, dat daarmee garant staat voor de handhaving van het karakter van Oud Beijerland. Minstens zo aantrekkelijk en interessant is haar evenknie aan de Zuidkant van dit voormalige eiland, te weten Zuid – Beijerland, een langgerekt dijkdorp aan het Haringvliet, dat vooral opvalt door het grote aantal schitterende boerderijen met hun negentiende, begin twintigste eeuwse architectuur, waar de trots van de toenmalige eigenaar vanaf straalt. De passant kijkt er zijn ogen uit op alle fraaie staaltjes van bouwkunde die op deze plek onverwacht aangetroffen worden. Waarmee de verbazing nog niet voorbij hoeft te zijn als de moeite genomen wordt om voorbij het dorp nog even een weg door de polder te nemen in de richting van Nieuwendijk. Daar bevindt zich aan het water de oversteek naar het eiland Tiengemeten dat een aantal jaren geleden terug is gegeven aan de natuur en daarmee autovrij werd gemaakt om haar oorspronkelijke staat terug te krijgen. Gaat dat zien, ben ik dus nu meer dan eerst geneigd om te zeggen, in gelijktijdige bewondering over de hele Hoekse waard, welke ik dus niet meer met s c h schrijf, na mijn verblijf en bezoek, dat meer dan de moeite waard is geweest. En dan druk ik mij zachtjes uit.
Nederland heeft zoveel te bieden dat ik niet snap waarom er mensen zijn die de hele wereld afreizen.