Het verblijf van een dik uur op een Maastrichts terras, zeker als de temperaturen zomerse waarden bereiken, kan tot verrassende konklusies en verreikende inzichten leiden. Het enige dat daarvoor gedaan hoeft te worden, is dat men de ogen goed de kost geeft en zich vooral niet laat overdonderen door een voortdurende verwondering. Hoewel de verleiding daartoe maar al te groot is als mensen zich niet meer in de hand lijken te hebben wanneer het warmer dan vijfentwintig graden wordt, en zij zich dus vrijmoedig uitdossen. Waarbij het de goede waarnemer al snel opvalt dat in de waaier van pluimages die zich ogenschijnlijk veelvormig en verschillend voordoen, uiteindelijk en per slot van rekening twee rode draden te onderkennen zijn waaromheen zich twee leeftijdsgroepen verzamelen, die zich met name van elkaar onderscheiden qua motieven bij hun kledingkeuzes. Allereerst is daar het jonge volkje dat trends, modes en hypes zichtbaar maakt, daar de belichaming van is en als zodanig als een samenhangend geheel, als een groep te herkennen is die nog op zoek lijkt naar een identiteit en die dus poogt te vinden en waar te maken in de vorm van het volgen van een code, door de conformering waaraan ze er voor kiest om tot een groep te behoren, met daarmee samenhangend die gezochte, gewenste identiteit.
Zijn die onder-vijftigers nadrukkelijk modebewust om zich tot een groter geheel te rekenen in plaats van voor de eigen individualiteit te kiezen, de kategorie van senioren, de vijfenzestig-plussers, gaat in dit opzicht nadrukkelijker de eigen gang. Wat tot uitdrukking komt in kleding, accessoires en een totale uitdossing waarin de excentriciteit overheerst. En dat roept het beeld op dat het hen totaal niet interesseert om tot een groep te behoren, omdat zij hun eigen ik, persoonlijkheid allang hebben ontdekt en vorm gegeven. Zodat niets meer hoeft noch moet en zij daardoor vooral hun eigen gang kunnen gaan en dat met name laten zien door een vaker tegendraadse uitdossing en kleding. Waarbij natuurlijk meespeelt dat de meesten van hen onafhankelijker zijn geworden sinds de datum van hun pensionering, dus sinds ze geen werkgever, geen baas meer hebben. Wat zonder twijfel van invloed is geweest op de wijze waarop zij sindsdien plaats hebben genomen in en ten opzichte van het leven. Dat draagt alleszins bij tot de eigenzinnigheid die senioren op zo’n zomerse dag maar al te gretig ten toon spreiden in de vorm dus van hun kleding die volkomen anders is dan zij in het spitsuur van hun leven, toen alles moest, gewend waren te dragen. Oftewel, zij zien er precies zo uit als zij zich willen voelen. Waarmee zij de vrijheid met hun excentriciteit als geen ander symbolizeren.
Scherp waargenomen en nog preciezer uitgetekend. Vrijheid is de het fundament voor geluk.