Het moet me toch even van het hart. Het hele voetbalseizoen heb ik er mijn mond over gehouden omdat ik als fervent Ajax – supporter voor mijn gevoel steeds een teleurstellende prestatie geleverd zag worden door mijn favoriete team. Het was namelijk weinig sprankelend en flitsend wat er aan voetbal werd vertoond. Hartverwarmend kon je het zeker niet noemen, die overwinningen die meer op narrow escapes leken dan dat ze overtuigende zeges genoemd konden worden. Het leek vaker lucky Ajax voor en lucky Ajax na. Vandaar dat menige zondag uiteindelijk daardoor mij alleen een katterig gevoel opleverde. Ik was anders gewend en het hield al met al nauwelijks over. Hoogstens de al snel, dat wil zeggen halverwege de voetbalcompetitie, veroverde eerste plaats van de ranglijst, met daarna een steeds lonkender uitzicht op de nationale voetbaltitel, die nu dan ook binnen handbereik is gekomen met nog vijf wedstrijden te spelen en minimaal acht punten voorsprong op de concurrentie. Wat dan per saldo dan ook bevrediging en opluchting geeft, maar allesbehalve de echte euforie. Omdat het vertoonde spel dus niet flitste en sprankelde, maar hooguit oerdegelijk was en het vereiste en gewenste resultaat opleverde.
Maar zo zuinig behoeft deze hele overweging ook weer niet te zijn. Want natuurlijk is het een hele prestatie om voor de vierde achtereenvolgende keer landskampioen te worden met een seletie waarmee aan het begin van het voetbalseizoen opnieuw op nul moest worden begonnen omdat in de transferperiode ervoor twee steunpilaren, Eriksen en Alderweireld, naar buitenlandse clubs verkocht waren. Waarmee de geschiedenis zich herhaalde omdat het jaar daarvoor hetzelfde was gebeurd met drie sleutelfiguren uit de Ajax – selectie waarmee ook een landskampioenschap was behaald, te weten Jan Vertonghen, van der Wiel en Anita. Zodat die herhaalde afroming van het Ajax – elftal de konklusie alleszins rechtvaardigt dat het behalen van een vierde landskampioenschap inderdaad een grote prestatie is, hoewel, het zij nogmaals gezegd, het spel niet altijd betoverend en volgens de Ajax – principes was. Het wordt iedereen vergeven, ook omdat het steeds jongere jongens zijn, en ook nog eens zelf opgeleid, die de titel weten te halen en daarmee eens te meer het gelijk bewijzen van de Ajax – filosofie, die gelukkig in Nederland alleen maar meer navolging begint te krijgen.
Een filosofie die ik kan ondersteunen. Vroeger was het hier in het zuiden ook zo, met Fortuna, EHC en anderen. Als ik naar Roda kijk zie ik daar geen Limburgse club meer in…
Wat een onzin zeg. Ze zijn geen schim van wat ze vroeger waren, en dat zegt meer iets over het Nederlandse voetbal. En PSV is nog beroerder.