De suprematie van Nederland in het internationale herenschaatsen is zo groot dat wedstrijden en toernooien daardoor zo voorspelbaar en daarmee slaapverwekkend worden dat dat de houdbaarheid en de vitaliteit van die sport niet ten goede kan komen, heb ik al eerder beweerd. Er zijn ook andere tijden geweest waarin de spanning bij bijvoorbeeld Wereldkampioenschappen te snijden was en de concurrentie moordend. Om dat te illustreren laten we de komende weken de line ups zien van de WK’n Schaatsen bij Heren in achtereenvolgens 1964, 1974, 1984 en 1994, waaruit een indruk geput kan worden van de op dat moment geldende krachtsverhoudingen. We beginnen in 1964 met naast Rudie Liebrechts die derde werd, Ard Schenk die op de zevende plaats eindigde en Kees Verkerk welke elfde werd in de eindrangschikking, nog tien geduchte tegenstanders met daarachter vermeld hun nationaliteit en de behaalde plaats in het algemeen klassement:
Knut Johannesen (Noorw. 1) – Viktor Kostitskin (Sovj.U 2) – Edoeard Matoesevitsj (Sovj.U 4) – Per Willy Guttormsen (Noorw. 5) – Per Ivar Moe (Noorw. 6) – Ivar Nilsson (Zwe. 8) – Juhani Järvinen (Finl. 9) – Örjan Sandler (Zwe. 10) – Gerd Zimmermann (BRD 12) – Kurt Stille (Den. 13)
Toen zat wel nog iedereen aan de buis gekluisterd… Nu hoor ik het wel.
Toen schreven we nog zelf de rondetijden op. En er werd nog in weer een wind geschaatst.