Om Maastricht, of liever gezegd de Mestreechter Geis, een beetje te kunnen begrijpen, kan het volgende relaas van een aantal gebeurtenissen allicht dienen. Het heeft met cultuur en de uitingen ervan in diverse gradaties te maken. Waarbij de indicatie van het gewicht dat eraan wordt toegekend, alles zegt over hoe de Maastrichtenaar in feite denkt, ook al beweert hij omstandig anders. Want bij hem is niets zoals het is of klinkt, maar veel meer wat het lijkt. Vertoon heet dat en komt het allermeest tot uitdrukking op de zondagmiddagen als de pantoffelparade op het Vrijthof haar beslag krijgt, met Maastricht op chic. Beschouw dit als de metafoor voor die vaak geroemde Mestreechter Geis, die de inhoud vaak en haast per definitie passeert en daarmee als vanzelf op het uiterlijk als de maat van alles uitkomt. Een en ander omlijst door tromgeroffel en ketelmuziek, omdat de Maastrichtenaar zich maar wat graag laat horen bij datgene dat hij belangrijk vindt. Zodat het haast pijnlijk en illustratief is om te zien en nog meer om te horen hoe hij er demonstratief het zwijgen toe deed bij een tweetal berichten die als jobstijdingen voor de stand van de cultuur van de stad opgevat konden worden.
Want akelig stil is het gebleven toen bekend werd dat de Pathé – bioscoop gesloten werd, waardoor er nog één filmhuis voor heel Maastricht resteerde. Geen haan die er naar kraaide. Zoals bij eenzelfde dodelijke stilte de plaatsvervangende schaamte helemaal toesloeg, omdat er door geen enkele Maastrichtenaar een kik werd gegeven bij de sluiting van de wereldvermaarde boekenkathedraal in de Dominicanerkerk. Een toeristische attractie die gewoon in rook mocht opgaan, omdat Maastrichtenaren het lieten begaan want het belang er niet van in konden of wilden zien. Als ware Sjengen legden zij uiteraard hun prioriteiten anders en dichter bij huis, bij een jong van hen, André Rieu, die zonder problemen toestemming kreeg om de geaccordeerde bezettingsgraad van het Vrijthof te overschrijden en daar dus drie dagen extra zijn bivak mocht opslaan omdat hij nog drie openluchtconcerten daar wilde geven. Moest kunnen omdat het cultuur was, beweerde de gemeente Maastricht, die waarschijnlijk daarmee haar cultuur bedoelde. Waarvoor ze dus wel een poot uitstak, waar op andere momenten de handen op de rug en werkeloos bleven. Omdat de Mestreechter Geis oordeelde dat daar en toen cultuur niet in haar enge, smalle straatje paste.
Die boekhandel is eeuwig zonde…zo’n concert ga ik niet naartoe. Heb je die stoelen eens bekeken waar die mensen op zitten. Die moeten van alle ellende wel af en toe opstaan om te klappen…