Na de ervaring van vandaag bekruipt mij het gevoel dat ik nog te voorbarig de loftrompet heb gestoken op het Westerwolde, de Oost – Groningse streek tussen Winschoten en Ter Apel. Want in die lofzang bleek, zo merkte ik vandaag, nog niet eens de kennis te zijn verwerkt van datgene dat gerust als het neusje van de zalm kan worden beschouwd als het om toeristische attracties en bezienswaardigheden gaat, ook op landelijk niveau. Zoals bekend en vaker gezegd, ben ik als inwoner van Zuid-Limburg best wel wat gewend en heb ik meer dan bruikbaar vergelijkingsmateriaal bij de hand, in dit geval de Sint Gerlachuskerk en het bijbehorend Chateau Sint Gerlach vlakbij Valkenburg. Een groots monument, met een fraai gerestaureerd interieur met schitterende fresco’s, dat niettemin toch wat mij betreft in het niet zinkt bij het Klooster Ter Apel, dat in een indrukwekkend bosgebied ligt. In tegenstelling tot haar Valkenburgse tegenhanger bruist het nog rond dit klooster, zelfs op een zonovergoten winterse woensdagmiddag.
Wat zijn oorzaak moet vinden in het feit dat het met haar authenticiteit nog altijd een brandpunt is van religieuze en culturele aktiviteiten, waarbinnen zowel hedendaagse beeldende kunst als traditionele kerkelijke kunst en klassieke muziek ruimte en aandacht krijgen. En dat tegen een achtergrond die recht doet aan de historische kontekst waarbinnen dit monument geplaatst moet worden, met haar bijna middeleeuwse architectuur, die gevat is in de eeuwenoude loofbossen rondom het klooster. Met in haar direkte nabijheid de historische commanderie, waarin het traditierijke restaurant “Het Boschhuis” is gevestigd. Bij elkaar is dat geheel al goed voor een unieke sfeer ter plekke, die vandaag dat gouden randje kreeg, met een stralende winterzon welke ondanks het geboomte eromheen dit Klooster ter Apel terecht mocht koesteren en strelen en zo haar schoonheid nog eens extra bekroonde.
Ben je er binnen geweest? Toen wij er waren waren ze net aan het verbouwen. Hebben wij altijd.
Pingback: Oost-Groningen | Emigrant