Gisteren refereerde ik al aan de verrassingen die het wandelen op de plateaus rondom mijn dorp Schimmert te bieden kan hebben, met als lichtend voorbeeld de reeks van in de loop der jaren op papier gezette emoties die wij ergens in een eeuwenoude holle eik aantroffen. Een zeldzaam staaltje, zou je zomaar kunnen zeggen, als het de dag tevoren niet overtroffen was door een ervaring die een haast zinsbegoochelend karakter had, omdat het een waarneming, een scène betrof die ontleend had kunnen zijn aan Monty Pythons, qua sfeer en beeld daar sterke gelijkenis mee vertoonde, in ieder geval haast te vervreemdend voor woorden was. Zo curieus was het schouwspel dat zich volkomen onverwacht ergens in het veld bij Schimmert aan mij voordeed. Als het niet tastbaar was geweest, had het zo een fata morgana, een luchtspiegeling kunnen zijn, omdat het de normale fantasie volledig te boven ging. Voor een goed begrip dient de volgende beschrijving van de plek waar het zich afspeelde. Op de eerste plaats is de stilte die in dat licht golvend gebied heerst, spreekwoordelijk en haast aanraakbaar. Verder wordt die omgeving doorsneden door zich lang uitstrekkende karresporen waarover het dus goed wandelen is.
Er zijn plaatsen waar die sporen elkaar kruisen en het zicht naar rechts benomen wordt door juist daar aanwezige boomgaarden met dicht op elkaar staande laagstammen. Zo’n kruising naderde ik dus tijdens mijn wandeling op zondag, met aan mijn rechterhand een dicht beplant fruitperceel. Geen mens te bekennen, geen geluid te horen, tot dat ene moment dat plotsklaps iemand van rechts de hoek omkwam, met aan zijn hand aangelijnd een teckel. Wat nog kon en op zich niets bijzonders was. Totdat zich direkt na hem weer een persoon aandiende met opnieuw een teckel, aangelijnd aan de linkerhand. Waarna er nog een kwam, en nog een en dat maar bleef voortduren totdat ik er zegge en schrijve vijfenzestig had geteld, dus vijfenzestig mensen die mij, zonder taal of teken en gehuld in het stilste stilzwijgen, in colonne passeerden met telkens hun teckel aangelijnd aan hun linkerhand. Alsof er een eredienst werd bewezen en er bij wijze van spreken een processie werd gelopen. Waardoor ik mij in mijn eigen zinsbegoocheling waande en mij even totaal vervreemd voelde en het idee kreeg dat ik de weg kwijt was. En dat bedoelde ik dus met die verrassingen die in de velden en wegen rond Schimmert zo maar te vinden zijn of zich daar plotseling kunnen voordoen.
Een teckelloop van de teckelclub neem ik aan?
Ik wist van het hele bestaan van die clubs niet af. Dus kun je wel nagaan hoe ik dus opkeek en waarom dat de aanleiding vormde tot dit logje.
Wij, herstel Linda, heeft een medaille van de Engelse Buldog loop ergens in Waalwijk. Mack dus, jou welbekend.
En die honden hielden allemaal hun kefgrage kaakjes op elkaar?
Ik vraag mij af wat men van plan was, een wandeling in processie met alle honden aangelijnd lijkt me leuk voor de toeschouwer, maar de honden met elkaar laten spelen op open terrein en dus onaangediend lijkt me leuker, voor mens en dier.
Hahahaha, wat een absurde ervaring!
Doet me denken aan een anecdote van Douglas Adams, die in Wenen eens de weg vroeg aan iemand. De man bleek doof. Hij vroeg de weg aan een volgende, en die bleek ook doof. De volgende was doofstom. “If I hadn’t rounded the corner and seen a sign saying that there was a conference for the deaf pointing at the entrance of a building I would have gone crazy there and then.”
Leuke anekdote…
Ik ben ze nog nergens tegengekomen…