Of het verontrustend is, durf ik niet te zeggen. Ik weet het ook niet. Maar opmerkelijk is het wel, zegt mijn gevoel. Laat ik bij het begin beginnen. Sinds een paar dagen trek ik weer dagelijks de stoute schoenen aan om op zijn minst een uur te gaan wandelen. Het lijf en de geest varen daar immers wel bij. Mogelijkheden genoeg in mijn direkte woonomgeving om me zo’n uur te vertreden. De variaties in routes zijn zo royaal aanwezig dat je een maand lang telkens een andere wandelweg kunt kiezen. Bevoorrecht heet dat volgens mij. Enfin, vandaag besloot ik van al die alternatieven de meest voor de hand liggende en populaire te kiezen, met in mijn achterhoofd het idee dat ik dan nog eens deze en gene tegen zou komen om een praatje te maken. Waarmee dan de zaterdagmiddag des te gemakkelijker doorgebracht en gepasseerd zou zijn. Leer mij namelijk die weg kennen, die ik tot voor drie jaar zo frekwent bewandelde en waar ik menig babbeltje onderweg had kunnen maken. Vandaar dat verwachtingspatroon waarmee ik op pad toog zonder het besef dat in die drie jaar het leven, de wereld en de samenleving ook niet stil heeft gestaan en zo maar in een onschuldig detail ingrijpend gewijzigd kan zijn. Dat werd ik maar al te snel gewaar. Want hoever ik ook over het weidse landschap keek, geen sterveling bleek in mijn gezichtsveld te komen naarmate mijn weg vorderde.
Het bleef stil, doodstil. Met alleen het geblaf van een hond in de verte, het geraas van een vliegtuig dat zich opwarmde. Voor de rest alleen maar de stilte, die in dat uur slechts twee keer verbroken werd door geknirp van grind waarover twee mountainbikers hun weg zochten en mij passeerden met dezelfde korte groet. Stilte dus en niets dan die stilte. Op zaterdagmiddag nota bene, op nog geen vijfhonderd meter van een bebouwde kom waar toch bijna vierduizend mensen wonen, maar die op een of andere manier van de aardbodem waren verdwenen, althans op die plaats waar ik mij bevond, en zich in een voor mij ondoorgrondelijk stilzwijgen hulden. Geen geluid van hen te horen. Wat bij mij alleen stomme verbazing wekte en de dwingende vraag opriep waarom men bij dit fraaie, rustige weer kennelijk zo nodig binnen moest blijven. Niet iedereen hoeft toch oliebollen of wafels te bakken of boodschappen te doen? De tuin kan ook met rust gelaten worden, zoals dit nou ook niet de ware tijd in het jaar is om te klussen. Waar iedereen was, bleef dus in nevelen en raadsels gehuld, met als enig gevolg dat ik na dat uur een illusie armer was, maar ook een stukje lichter en fitter. Wat uiteindelijk toch mijn finale bedoeling was, dus ook de aanmoediging vormde om er morgen onverdroten mee verder te gaan.
Gewoon naar de molen lopen en daar een kop koffie drinken…. 5 januari ben ik daar ook, samen met een aantal andere MG rijders.
Maar dat is van mijn huis uit een minder aantrekkelijke weg omdat ik eerst een stuk door het dorp moet lopen.
Zelfs geen geknal van vuurwerk?
In Schimmert is men zeer gezagsgetrouw…….
Trouwens, wel super dat je dit doet hoor. Iets gezonders dan dit is er niet. Zonlicht, buitenlucht, beweging, en je moet het zo doen, als je dat uurtje gedaan hebt, kun je de rest van de dag desnoods in bed liggen met de gordijnen dicht, je lichaam en geest hebben hun portie onderhoud dan al gehad.
je moet het zo doen= je moet het zo zien