Om eerlijk te zijn is het Kerstfeest met het vorderen der jaren steeds meer vragen bij mij gaan oproepen zonder dat ik daar ooit een antwoord op kreeg. En uiteraard is het ook nog eens zo dat ze alleen maar prangender worden nu de stilte zo om mij heen is gaan heersen. Je wordt nergens meer door in beslag genomen en krijgt daardoor eens te meer ruimte om de twijfels en vraagtekens in omvang te doen toenemen. Want neem me niet kwalijk. Het is me nogal wat wat er aan het eind van het jaar in de samenleving overhoop wordt gehaald door zo’n feest dat een Christelijke oorsprong en in feite een kerkelijk karakter heeft, terwijl de ontkerkelijking hand over hand aan het toenemen is. Onbegrijpelijk daarom voor mij dat in de Kerstnacht de kerken uitpuilen als de nachtmissen vollopen met al die gelegenheidskerkgangers, die toch niet ineens religieus kunnen zijn geworden. Wat bezielt mensen toch om dan ineens de kerkelijke viering van het Kerstfeest bij te wonen, als ze al bijna geen weet meer hebben van de rituelen die dan gangbaar zijn, laat staan dat er bij hen nog enig gevoel te verwachten is voor de zin en de betekenis van alle woorden, gebeden en handelingen? Ik kom er niet uit en heb geen flauwe notie van de motieven welke ten grondslag liggen aan deze eenmalige en massale kerkegang ter gelegenheid van Kerstmis.
Omdat geloof en godsdienst onmogelijk alleen op die ene dag of nacht in het jaar tot leven kan komen om diepgang te kunnen hebben. Keerzijde van deze vraagstelling is de konstatering dat het kennelijk ook niet meer anders kan dan dat de hele samenleving met het Kerstfeest in het vooruitzicht meent op hol te moeten slaan. Zoals tot uitdrukking komt in de bulk, de hausse aan inkopen in de week vooraf, welke de vorm aanneemt van een kollektief hamsteren van meer dan een mondvoorraad die toereikend zou moeten zijn voor een gezin gedurende twee feestdagen. Als je een argeloze en niet wetende passant was, kon je allicht vermoeden dat in Nederland de mobilisatie is afgekondigd en een gewapend konflikt op punt staat om uit te breken. Zo heeft de koopwoede toegeslagen over de hele breedte van de bevolking en laat iedereen zich daarin even gemakkelijk meeslepen. Terwijl het om twee luttele dagen gaat en op de Tweede Kerstdag veel winkels en supermarkten ook nog geopend zijn. Zodat het alleszins gerechtvaardigd is om verwonderd te zijn over de collectieve hysterie, waar niemand zich aan blijkt te onttrekken. Of sta ik zover aan de zijkant en achter de zijlijn dat het simpele stellen van deze vragen eerder van wereldvreemdheid dan van wijsheid getuigt? Wie het echt weet, mag, nee, moet het mij zeker zeggen.
Ik denk dat uiteindelijk de godsdiensten het gaan afleggen tegen de realiteit van het dagelijkse leven.
Ik had ook nog wel eens de neiging om naar de nachtmis te gaan. Meestal met mijn moeder mee. Ik voelde me dan niet ineens religieus maar vond wel wat van de sfeer daar. Bovendien werd ik weer even bijgeschoold op zo’n avond. Kerst is wel aan het devalueren, maar of dat erg is weet ik niet. Steeds minder mensen (in het westen) zijn gelovig, waarmee haast aangetoond is dat geloven samenhangt met armoede of ellende. Als het je goed gaat heb je minder aan het geloof, want het zit je eigenlijk in de weg. En de wetenschap ontdekt ook steeds meer waardoor je als gelovige compleet uitgeluld bent. Wat dat betreft zou ik tegengeluiden willen horen, maar er staat al iets in de bijbel over mensen die om een teken vragen. Ik ga dus maar gewoon door in dit leven vol onzekerheden. Ik blijf geloven in de goedheid van de mens, waar die ook vandaan komt.