Waar het steeds weer vandaan komt, mag de lieve heer weten. Maar ik houd het in ieder geval nauwelijks nog bij. De vaart waarmee onze taal verandert, en dan vooral de spreektaal, neemt ongekende proporties aan. Want elke dag word je wel door de volgende nieuwe variant verrast. Zie dan nog maar ‘in charge’ te blijven. Mij lukt het dus zeker niet. Waardoor ik eigenlijk alleen nog maar stomverbaasd kan zijn om elke nieuwigheid die mij weer onverhoeds wordt voorgeschoteld. En dan ook nog eens met een vanzelfsprekendheid die elke vorm van twijfel of vragen uitsluit. Zodat het mij zou verwonderen als het anderen die ook in enige mate alert zijn op spreektaal en woordgebruik niet hetzelfde gevoel zouden hebben bij al die veranderingen daarin die maar blijven passeren. Want ben je nog maar net op adem gekomen van dat te pas en te onpas gebruiken van dat woordje ‘toch’ met een vraagteken erachter, ben je er pas aan gewend en heb je je neergelegd bij dit staaltje kromtaal dat geleend moet zijn van de een of andere figuur op radio of tv, of je krijgt een volgende vernieuwing tussen aanhalingstekens voor je kiezen in de vorm van dat nieuwste stopwoord o.k.
Ook dat vraagt gewenning, flexibiliteit en vooral het vermogen om dat gebruik te accepteren, of beter gezegd, want waarheidsgetrouwer, voor lief te nemen. Wat dus ook een stevige bocht is die genomen moet worden, althans voor de taalpuristen onder ons, die vervolgens geen seconde pauze krijgen, heb ik aan den lijve ondervonden. Meer precies deze ochtend, toen ik in een tijdsbestek van twee uur, drie maal een andere landgenoot aan het woord hoorde, welke telkens dezelfde voor mij tot dan toe onbekende toeren met het Nederlands uithaalde. Namelijk het teken van zijn instemming of begrip herhalen, tot drie keer toe. Waardoor het antwoord bestond in de quote ‘precies, precies, precies’ of ‘ok, ok, ok’ of ‘juist, juist, juist’. Want variaties bleken in dat reageren ook nog mogelijk te zijn. Wat voor mijn gevoel de koddigheid in dat taalgebruik alleen nog maar verhoogde omdat het de armoede erin zo raak illustreerde en typeerde. Hoewel armoede allang geen norm of standaard meer is. Wat telt, is het effect dat het sorteert, of de luisteraar wordt bereikt en zijn begrip gerealiseerd. Vandaar waarschijnlijk dit driewerf geroeptoeter dat zelfs niet aan de grootste onbenul kan voorbijgaan en kennelijk daarom zo snel en zo breed ingang kreeg. Omdat met deze vorm van communicatie elke boodschap wel moet worden gehoord.
Taal leeft nu eenmaal, en de jeugd heeft de toekomst, welke dat dan ook moge zijn.
Dan kun je misschien beter het woord “absoluut” gebruiken, als je “ja” bedoeld. Toch?
Zoals Ischa Meijer altijd al verfoeide. Absoluut is absoluut geen Nederlands, zei hij dan.