Sinds gisteren weten de Nederlandse sporters die gaan deelnemen aan de Olympische Winterspelen waar ze aan toe zijn. Hun chef de mission, Maurits Hendriks, heeft zich als een ware bovenmeester ontpopt en ook als zodanig zijn geluid laten horen, toen hij ze op voorhand de les las en zijn regels dicteerde. Sven Kramer cum suis mogen dan wel assertieve topsporters zijn, maar het is ze toch geraden om hun zelfverzekerdheid voor het grootste deel thuis te laten, als het aan Hendriks, die opperbobo onder de bobo’s, ligt. Een beetje piepen mag van hem wel, maar schreeuwen, al is het nog zo weinig, is uit den boze. Wat voor de goede verstaander ongeveer betekent dat de Nederlandse sporter het niet in het hoofd moet halen om de regenboogvlag, die symbool staat voor de homobeweging, zijn balkon te laten sieren. Zo verlicht blijkt de geest van deze chef de mission bepaald niet, die er immers alles aan gelegen is om de onberispelijkheid van de Nederlandse aanwezigheid in Sotsji, met inbegrip van eventuele sportieve successen, op hemzelf en zijn conduitestaat te laten afstralen.
Vandaar dat de door hem toegestane marges zo smal zijn dat ze haast bekrompen genoemd kunnen worden. Of kan daar niet van gesproken worden als deze man het zo maar goed vindt dat omstreden zaken benoemd worden, maar ook weer niet te expliciet als daarmee en daardoor de sportieve investeringen van vier jaar teniet worden gedaan? Sterker nog. Onze Maurits wil uiteraard niemand muilkorven, maar het is volgens hem veel verstandiger om zoveel mogelijk je mond te houden en je te richten op de sportieve prestaties in Sotsji. Waarbij alle Nederlandse Olympische atleten het beste in hun achterhoofd kunnen houden dat duizenden Nederlanders ook met succes in Rusland zaken doen, juist omdat zij op het gepaste moment het zwijgen er toe weten te doen. Had ik het aanvankelijk over de bovenmeester die door Maurits Hendriks belichaamd werd. Bij nader inzien blijkt hij zichzelf overtroffen te hebben en zich te hebben gepromoveerd tot de ware burgemeester in oorlogstijd, omdat hij als chef de mission al bij voorbaat de fout ingaat als hij alle principes overboord zet omwille van zijn eigen eer en glorie, welke dus begint met het keurig in de pas van de gastheren en het IOC lopen.