Nu onze wereld toch wat kleiner aan het worden is, krijgt ons vensterraam meer en meer de functie van vergrootglas door middel waarvan pietluttigheden die anders niet op konden vallen, zo maar proporties krijgen waardoor ze in het oog springen, om niet te zeggen tot verrassende waarnemingen kunnen leiden. Want zo blijken er bijvoorbeeld in het gedrag van al die baasjes die hun honden uitlaten en daarbij ons huis passeren, gelijksoortige patronen op te treden, waarvan je haast zou gaan denken dat het wetmatigheden zijn. Neem bijvoorbeeld alleen al de hand waarmee de hondenlijn wordt vastgehouden. Het gros van al die hondenbezitters doet dat met rechts, de enkeling met links waarmee de spreiding van de links – en rechtshandigheid ook hier haar exacte afspiegeling blijkt te krijgen. Maar dit is nog maar een detail, hoewel op zich toch al voldoende saillant. Wat echter veel leuker is om te zien dat is de maat van honden die door mannen wordt uitgelaten, met daartegenover de grootte van honden die veelal de vrouwen vergezellen. Want wat is daarin het terugkerend patroon? Dat mannen in hoofdzaak de minuscule, de kleine hondjes, de bijna – schoothondjes uitlaten, daar als het ware mee op pad gestuurd worden getuige de bijna excuserende houding die daarbij door hen vaker in acht wordt genomen. Ze kijken niet op en niet om, lopen vooral door als om zo snel mogelijk weer thuis te kunnen zijn en zich bevrijd te voelen van deze last die hen door de feitelijke bazin werd opgelegd.
Als helden op sokken, met het hoofd lichtelijk voorover geneigd, komen ze voorbij en zie je ze in gedachten de hoop prevelen dat deze bezoeking maar snel voorbij is, te meer omdat ze ogen niet anders te kunnen, dus als die ware pantoffelhelden. Het treffende tegenovergestelde beeld roept die vrouw op die ook haar hond uitlaat, maar dan wel een van een heel ander formaat. Wat de gedachte oproept dat dat alleen maar kan zijn om haar een gevoel van veiligheid te geven, zodat ze zich gemakkelijk in haar eentje in velden en wegen kan bewegen. Zoiets moet het zijn, zoals het evenzeer opvalt dat die vrouwen in gezelschap van hun honden blijkbaar hun sociaal leven op straat even gemakkelijk voortzetten, zich met en door hun hond daartoe kennelijk aangemoedigd voelen, terwijl die mannen alleen maar bezig zijn om spoorslags een heenkomen te vinden, richting thuis, met vermijding van ieder kontakt met andere wandelaars, weggebruikers of kollega-hondenbezitters. Heel treurig en armetierig allemaal bij elkaar en dus beslist geen aanmoediging voor mij om een schoothondje in huis te nemen, om nog te zwijgen van zo’n bakbeest waarvan ik alleen maar voorzie dat ik daarmee mijn plaats moet bevechten. Laat het dus maar blijven zoals het is zodat ik op afstand en vanachter glas mijn hart kan blijven ophalen aan het gedrag van al die baasjes, met dat frappante verschil tussen mannen en vrouwen.
Dat is me nooit opgevallen. Ik hou ook niet van die schoothondjes. Doe mij maar een dobermann om uit te laten. Om nog maar te zwijgen van dat poepzakje dat je bij je moet hebben.
Mack raakt het hele verhaal… Ik zie me ook niet als stofzuiger achter zo’n beest lopen.
Als je je hond niet ergens kunt uitlaten waar je niet met een poepzakje achter ‘m aan hoeft te lopen, moet je geen hond nemen. Ik heb nooit iets op hoeven ruimen. Nouja één keer, toen mijn eerste boxer als pup ineens nodig moest vlak voor de ingang van een schoenenwinkel .