Het kan haast niet anders of de leeftijd moet er debet aan zijn. Een andere reden zou ik er niet voor kunnen verzinnen dat het mij steeds meer moeite kost om nog echt, van harte en van onder uit mijn tenen, te lachen om de grappen van cabaretiers of andere soorten amuseurs, om nog maar te zwijgen van de lol die je opgelepeld krijgt in comedies. Het is mij al zo vaak in alle varianten gepasseerd dat het lachen daarom mij zowat vergaan is. Ook op degene die het nog het langste bij mij heeft volgehouden, Youp van ’t Hek, blijkt nu de sleet overduidelijk op te treden. Het aantal malen dat hij in herhalingen vervalt, begint bij mij zozeer in het oog te springen dat het mij zelfs moeite kost om te glimlachen om zijn woordspelingen en uithalen naar alle waan en hypocrisie die in ons land heerst, maar waarvan ik het bestaan nu zo onder de hand, ook door Youp, wel ken. Omdat zijn optredens slechts een, twee keer per jaar op televisie te zien zijn, kan het feit dat ik op hem toch wat uitgekeken ben geraakt, daar niet aan liggen. Mijn wekelijkse ontmoetingen met hem via zijn column op zaterdagen in de NRC moeten daar welhaast de oorzaak van zijn. Want waar ik jaren terug nog reikhalzend uitkeek naar de komst van de zaterdageditie van die krant, alleen al om steeds weer van zijn schrijfsels te genieten, merk ik nu dat daar de lol van af geraakt is.
Ik weet het onder de hand wel. Ik herken zijn boosheid, de structuur van zijn woedeaanvallen die een opklimmende reeks van associaties en gedachtensprongen zijn, met daardoorheen verknoopt de woordspelingen die het geheel in elk geval voor mij lang dolkomisch en amusant maakten, te meer omdat er zoveel van mijn irritaties in terug te vinden waren. Want natuurlijk was en is Youp nog altijd een stem van het volk, zij het van een klein en bevoorrecht deel dat het natuurlijk wel lekker vindt als er in haar naam dezen en genen te kakken worden gezet. Daar is het goed kijken naar en tegelijk van genieten en wat dat aangaat was niets menselijks mij evenmin vreemd als ik in dat plaatsvervangend schoppen met graagte meeging en ook niet te beroerd was voor een portie leedvermaak over zo’n serie lullo’s die door van ’t Hek werd afgemaakt en tegelijk afgebrand. Zo slecht was ik dus ook weer wel. Tenminste die ene keer per week. Maar de herhaling ervan en nog meer de terugkerende gelijkenissen daarin blijken mij toch te zijn gaan vervelen. Of, want dat zou het ook zo maar kunnen zijn, heeft de mildheid der jaren dan toch eindelijk ook vat op mij gekregen?
Ja, Youp is sleets, al jaren eigenlijk… Zijn columns in de Vara-gids waren al langer vre-se-lijk voorspelbaar en flauw (opgezegd die gids) en zijn shows zap ik al jaren weg. Misschien moet hij ‘ns wat zelfkritischer worden, zichzelf een schop onder z’n r**t verkopen en meegaan met zijn tijd, in plaats van zichzelf recyclen.
Ik heb hetzelfde, ik glimlach nog slechts, maar ik vind hem nog steeds interessant om naar te luisteren. Het is wel een man van principes, en die zijn er niet zoveel.
Helaas, wij raken afgestompt. Het ligt niet aan jou of Youp maar om de menselijke neiging om doof te worden voor hetgeen vaak herhaald wordt en dat voor waar aan te nemen. Zie daar hoe politici te werk gaan.