Zoals gisteren al gezegd kenmerkte de traditionele geschiedenisles zich door de opsomming van prominente feiten en gebeurtenissen. Het was niet veel meer dan een aaneenschakeling van headlines uit het verleden, waarin het gewone verhaal, dat wat de toen levende mensen het meeste en dagelijks bezighield, in feite ontbrak. Terwijl dat wel de dimensie was waarin die jaartallen en feiten geplaatst moesten worden. Een mooi voorbeeld van dat ontbrekend deel van de geschiedenis kan gegeven worden aan de hand van een aantal weetjes die te herleiden zijn tot het jaar 1500, maar die nooit de grote geschiedschrijving hebben gehaald, zoals onder andere het volgende verhaal:
Een bad bestond uit een grote kuip die gevuld werd met heet water.De heer des huizes genoot het privilege van het schone water, daarna volgden de zoons en andere mannen die deel uitmaakten van het huishouden, dan de vrouwen, en tenslotte de kinderen. De baby’s waren als laatsten aan de beurt. Tegen die tijd was het water zo vuil dat je er makkelijk iemand in kon kwijtraken…. Vandaar de uitdrukking “de baby met het badwater weggooien”.
Het zat heel anders in elkaar vroeger. Nu zou je als vader als laatste gaan.