Eergisteren werd een van de laatste nog levende Vijftigers, Gerrit Kouwenaar (1923), negentig jaar. Alle reden dus om vandaag hier bij wijze van hommage een gedicht te plaatsen dat kenmerkend is voor zijn stijl en zijn hele oeuvre. Want zo durf ik dit ’10 mei 1994′ gerust te noemen:
Vanavond gehoord van je dood op een uur
dat de dag haast stilstond van vrede
maar onder een andere hemel verstreek een andere tijd
ontplofte het licht en je was verdwenen
hier in mijn schemer vonkt nog het oude volledige leven
en bekvecht het uitgesteld vlees met de geest
een verwonderde muze wacht op het donker en vlecht
nog een kraai en een nachtegaal tussen de regels
niets is voor niets geweest nu niets meer beweegt
voorgoed lig je vast in je taal en je tekens
in wat je steeds luider totaler verzwijgt –