De eerste zes veel te koude maanden van het jaar zijn al snel vergeten nu ze opgevolgd zijn door zo´n fraaie julimaand als we hebben gehad en die zelfs ongestoord een vervolg krijgt in augustus. Van mij mag het allemaal omdat het toch wel veel zegeningen oplevert waarop we zo lang hebben moeten wachten. En dan heb ik het niet over een buitensporigheid als een temperatuur ineens oploopt tot 35 graden of meer. Dat hoeft van mij niet en daar voel ik mij niet mee getracteerd omdat er dan niets anders over blijft om binnen voor de hitte te schuilen. Maar voor de rest is het toch gewoon feest, waaraan voorlopig ook beter geen einde kan komen. Want wat is er heerlijker dan de deuren en ramen van ’s ochtends vroeg tot laat in de avond open te hebben en het buitenleven zo tot je eigen woning toe te laten? Buiten en binnen vermengen zich zodat het welhaast logisch is dat de zomeravonden buiten worden doorgebracht, waarbij we ons iedere avond weer kunnen laten vergasten op de onvoorspelbare vluchten en bewegingen van de vleermuizen, die zich in dezelfde vrijheid voltrekken als waarin wij ons bevinden en voelen door die zomerwarmte.
Want stelt die ons niet in staat om ons te ontdoen van knellende verbanden, van de kleding die nu eenmaal in ons klimaat moet, maar die geen enkele genieting toevoegt? Bij mij is het in elk geval zo dat zodra de grens van de twintig graden wordt gepasseerd, de kousen uitgaan en ik in huis op blote voeten pleeg te lopen dan wel ze in die staat in mijn schoenen doe. Wel zo prettig, ervaar ik al sinds jaren. Zoals het even aangenaam is om je tegelijkertijd van je onderhemd of interloc te ontdoen en met een paar graden meer, bij 22,23 graden, de korte broek in de vorm van een bermuda aan te doen. Niets dat mij dat verhindert omdat ik niets of nauwelijks nog iets van doen heb met sociale conventies of plichtplegingen, waardoor ik mijn casual outfit op zulke dagen met hoofdletters kan schrijven. Wat ik dus nu sinds begin juli effectief doe, waardoor ik mij toch een ander mens voel dan het geval was tijdens die eerste zes beroerd koude en natte maanden. En ik maak geen enkel bezwaar als ik nog twee maanden lang, dag in dag uit, mijn korte broek kan blijven dragen. Gewoon omdat het zo lekker is.
Interloc? 😀 Dat woord hoort ook thuis in je rijtjes 10 van toen! 😀
Ik loop als het kan ook lekker in mijn korte broek en verder niets, Maar helaas het werk staat dat niet toe, en zo kun je je ook niet in de stad vertonen. Dus af en toe komt er een paar sandalen en een T-shirt bij.