Een verwoed wielerliefhebber. Zo durf ik mij rustig te noemen. Een echte wielerfanaat. Wat niet meer tot uitdrukking komt in de aktieve beoefening van die sport, als wel in het op de voet volgen van alle grote rondes en klassiekers. En als het even kan van minuut tot minuut, terwijl ik gekluisterd ben aan de buis. Mijn enthousiasme, mijn betrokkenheid beleef ik in stilte en in mijn eigen wereld zonder ooit de behoefte of aanvechting te hebben gehad om die op wat voor een manier ook uit te dragen. Verwacht daarom vooral van mij niet enig vlagvertoon of uitdossing in het oranje, laat staan dat ik mij zo nodig moet schminken en vermommen om daarmee aan te geven dat ik supporter ben van deze of gene Nederlandse wielrenner. Waaruit gerust afgeleid mag worden dat ik de kermis, het circus, de hysterie, de keet en het lawaai en wat het allemaal nog meer genoemd kan worden, graag heel ver van mij houd, er niets mee te maken wil hebben. Met die kollektieve gekte voor die ene dag op de Alpe d’Huez, als de Tour de France er passeert en je je bijna plaatsvervangend zou gaan schamen dat je Nederlander bent. Ik tenminste wel. Ik ga er voor op de loop, voor die cocktail van Thialf en Carnaval die op de flanken van die berg worden opgediend als de exponent van de vaderlandse cultuur.
Die zich inderdaad niet kenmerkt door verfijning zoals we daar ten overvloede bevestigd zien en zelfs nog explicieter gemaakt als het overgoten wordt met meer dan voldoende alcohol. Omdat anders de drempels toch te hoog voor al die Hollanders worden om zich vrijelijk te kunnen uiten, om hun enthousiasme te laten zien. Met dus als enig gevolg en beeld een orgie van gekte en schaamteloos vertier, waarmee ons land zich aan de rest van de wereld laat zien en waar je op afstand als wielerliefhebber en Nederlander tegelijk niet echt trots op hoeft te zijn, op dat gedrag dat zich nog het beste omschrijven laat als “Kijk ons toch eens…” en dat grenst aan de waanzin die door Bauke Mollema en Laurens ten Dam nooit bedoeld en beoogd zal zijn, laat staan dat zij er op zitten te wachten. Want hun weg naar de top van die berg is er toch een van eenzaamheid, een die je in je eentje af moet leggen. En dat lijken al die idioten die zich supporters en wielerliefhebbers noemen, toch mooi te vergeten daar op de Alpe d’Huez als ze buiten zichzelf treden en tot die kollektieve gekte komen, die verder nergens toe leidt. Zelfs niet tot een Nederlandse overwinning. Dat hebben de uitslagen van de laatste twintig jaar in elk geval geleerd.
Ik zou blij zijn als iedereen het er levend vanaf brengt vandaag. Levensgevaarlijke afdaling.
Ik volg het maar een klein beetje, louter voor de gezelligheid. Maar ik ben het wel met je eens over die Nederlandse gekte en het wordt almaar erger, is mijn indruk. Ook levensgevaarlijk hoe men soms meerent en zowat voor iemands wielen komen. Ze zijn echt gek!
Schaamte vanaf afstand… wel zo veilig.