Natuurlijk was het gisteren zoiets als een jongensboek dat ons tussen Avranches en de Mont Saint Michel tijdens de tijdrit in de Tour de France werd voorgeschoteld. Met als hoofdpersoon en tegelijk auteur Bauke Mollema die rose to the occasion en boven zichzelf uitsteeg, hoewel het meer zijn jongensdroom was die daar in Bretagne bewaarheid werd, waarvan miljoenen getuigen mochten zijn. Want waren die drieendertig kilometer die hij tussen die twee plaatsen in ijltempo aflegde, nou zoveel anders dan de dagelijkse ritjes die hij tussen Zuidhorn en de stad Groningen als schooljongen jaren geleden ook met een noodgang reed? Met steevast zijn bevestigend antwoord op de vaker door anderen daar gestelde vraag hoe sterk die eenzame fietser wel was die daar iedere keer voorbij sjeesde. Met de beide handen op de koplamp en over het stuur als prelude en voorafspiegeling op de doordachte aerodynamica die hij zou gebruiken als de professionele Rabo – en Belkin – wielrenner.
Vandaar de treffende gelijkenis die hij in die tijdrit opriep en waardoor hij wel eminent moest presteren. Hier was niets nieuws onder de zon, met de wind van opzij en in de rug en ook nog eens het vlakke land, zonder dat er in feite een verschil tussen Bretagne en het Groningse ommeland viel op te merken. Zo fietste Bauke weer en opnieuw, net als zoveel jaren terug, met de blik op oneindig, waarin als enig herkenbaar perspectief en eindpunt die kerktoren opviel, welke boven alles uitstak en hem het gevoel van half en half thuiskomen moet hebben gegeven. Als de Martinitoren zag de Mont Saint Michel eruit. Welk beeld Bauke kennelijk vleugels gaf en hem op zijn sterkst deed zijn als die eenzame fietser in zijn groen-zwart tricot, die nadien ook weer nadrukkelijk liet zien dat hij die schoolljongen uit Zuidhorn is gebleven.
En wie had dit voor de de tour voorspeld?
Kijk naar mijn Tourvoorspelling….
Twee jaar geleden zag ik Martin live de tijdrit winnen.
Dat viel tegen. Ik had ze graag door de smalle steile straatjes MSM op zien gaan. Dat is pas echt spectacle. š
Verder is het natuurlijk een questie van gokparijen, matchmaking en middelen die pas over 5 jaar opspoorbaar zijn. Geldt voor Froome, Ten Dam, Kittel en nog zo’n 190 renners.