Al vaker heb ik hier mijn vraagtekens gezet bij het vermeende nut en gemak van menig eigentijds snufje, zoals bijvoorbeeld de vaatwasser of de Senseo. Ook de TomTom moest er bij mij aan geloven. Maar daarin heb ik in een van mijn vaste lezers, Math Buskens, een fervent tegenstander gevonden. Hij draagt zijn geloof in die TomTom met graagte uit en heeft hij ook vastgelegd in een uitvoerige apologie, welke ik met plezier als een gastblog in drie delen op mijn weblog opneem en die dus hier vandaag, morgen en overmorgen is te lezen:
Het navigatiesysteem vertelt ons steeds weer opnieuw hoe we moeten rijden. Toen ik twee jaar geleden 65 werd, hebben mijn kinderen mij een navigatiesysteem voor in de auto cadeau gedaan. Het is altijd moeilijk iets te bedenken voor iemand, die geen materiële wensen meer heeft. Een navigatiesysteem stond niet op mijn verlanglijstje, want anders had ik een dergelijk ding zelf allang gekocht. Ik ben geboren en getogen in het centrum van Zuid- Limburg. Ik heb daar 35 jaar gewerkt. Als verkoper van keukens aan particulieren heb ik er vele duizenden adressen gezocht en bezocht van ’s ochtends tot ’s avonds laat. Ik ken er iedere heg en steg, iedere weg en omweg. In het donker zocht ik met de zaklamp de straatnamen, telde huisnummers en las de naambordjes onder de deurbel. Op mijn 65e verjaardag kreeg ik van mijn kinderen dus een feestelijk verpakt doosje, een TomTom. Via internet gekocht. Ze kopen bijna alles via internet, vergewissen zich daar altijd over de prijs/prestatie – verhouding en zoeken de relevante productinformatie. Hun konklusie was dat de ouderwetse ‘mathmath’ maar moest wijken voor de TomTom op de voorruit van de Laguna. Ik reageerde met een clichématig enthousiasme, wilde de jeugd niet teleurstellen. Maar het heeft maanden geduurd, voordat ik hem operationeel had, hoewel mijn zoon hem meteen op de dag van de schenking activeerde en mij de nodige instructies gaf.
Het duurde al met al daarna dus minstens een half jaar, voordat ik van de meest voor de hand liggende functies gebruik maakte. Aanvankelijk had ik niet veel vertrouwen in het gecommandeer van de vrouwenstem, die ik meteen Toos doopte. Het was ook raar dat er van tijd tot tijd iemand de intimiteit van de auto verbrak met de aanwijzigingen als van een rijinstructrice, op een manier en met een accuratesse, dat je het gevoel kreeg, er zit iemand op de achterbank over de schouder mee te kijken en telkens te zeggen, welke kant ik op moet rijden. Het allerergste was dat telkens terugkerende “Indien mogelijk, keer om.” Ik moest en moet eigenlijk nog altijd wennen aan de betweterigheid en de dominantie van die mevrouw. Toos is zo zeker van zichzelf, kent geen twijfel en is niet van haar stuk te brengen. Want zodra ik haar tracht te misleiden, rekent ze binnen de halve minuut de alternatieve route door en neemt weer het commando over. Ze blijft wel altijd hoffelijk en beleefd. Maar humor is haar vreemd. Na mij een aantal malen verreden te hebben en verdwaald te zijn, moet ik steeds vaker mijn ongelijk bekennen en groeit mijn bewondering voor het oriëntatievermogen van Toos. Alsof ze overal al eens geweest is. (Wordt vervolgd)
Ik rij echt vaker fout met de TomTom aan dan zonder. Niet dat hij niet goed is maar als hij aanstaat let ik niet meer op de borden en mis vaak een afslag.
Dat vertelt Toos je dan toch??
Dat is waar, maar ik heb het geluid altijd uitstaan. Want anders wordt ik elke minuut gestoord in het radioluisteren. Maar het is natuurlijk complete overbodigheid. Maar ja, iedereen heeft het, dus dan moet je wel.
Voor mensen als ik is het een uitkomst. Als ik twee keer een bocht heb genomen heb ik geen flauw benul meer in welke windrichting ik rijd. Ondanks alle adviezen daaromtrent, zoals: kijk waar de zon staat (lastig te bepalen achter een dik wolkendek). Los daarvan kun je al je aandacht besteden aan het verkeer.
Zonder Tommy rijdt ik beter in de omgeving dan met Tommy. Maar zodra dat ik ergens vreemd ben vertrouw ik er gewoon op…