Deze dagen verkeert de rechtgeaarde wielerliefhebber in een spagaat. Ik heb tenminste wel dat voortdurende gevoel waarin de twijfel overheerst omdat ik niet weet of ik nu wel of niet de integrale tv – uitzending van de Tour – etappe moet bekijken. Want hoewel de koers meer dan fraai in beeld wordt gebracht met onder andere de verrukkelijke plaatjes van het Franse land, heeft het er toch veel van weg dat vaker drie, vier uur lang sport op het niveau van stilstaand water dan wel groeiend gras wordt vertoond, dus zonder dat er ook maar een beweging of strijd of spanning zichtbaar is. Zo voorspelbaar is het wedstrijdverloop, zo saai bijna dat het kijken ernaar alleen maar de verveling in extremis bevordert. De ware wielerinsider kan het verloop van elke etappe vooraf haast intekenen. Zoals die vlakke etappe waarvan al bij de start te voorzien is dat van meet af aan een man of vijf, zes een voorsprong wordt gegund welke ze tot circa tien, vijftien kilometer voor de finish mogen behouden om daar dan ingehaald te worden, waarna de ploegen hun sprinters langzamerhand in stelling brengen om de etappe via een massale aankomst in hun voordeel te beslechten.
Een bergetappe heeft weer een ander, maar even vaststaand profiel dat erin bestaat dat de ploeg met de grootste kanshebber in zijn gelederen in een zo hoog tempo tegen de respektievelijke cols oprijdt dat het voor de concurrentie nagenoeg onmogelijk wordt om door middel van een tempoversnelling aan de greep van die dominante equipe te ontkomen. Waarna de beslissing op de laatste berg valt, circa vijf kilometer voor de top, als die kanshebber daar zijn duivels ontbindt om voor de overwinning te gaan en een voorsprong in het algemeen klassement te veroveren. Ook dit is langzamerhand het sjabloon geworden volgens welke bergetappes zich plegen te ontwikkelen. Spektakel is er dan ook nauwelijks nog te verwachten. Waardoor het kijken meer een wachten op geworden is dan dat je als liefhebber urenlang aan je stoel gekluisterd bent door wielersport op het hoogste niveau met demarrages aan de lopende band. Niets meer van dat al nu een hele ronde van Frankrijk beheerst lijkt te worden door die vaste patronen in het wedstrijdverloop, welke voor een slaapverwekkende vertoning zorgen, met daarbij als Klaas Vaak en Mr. Sandman de heren Dijkstra en Ducrot die met hun praatjes en gebabbel de kijker helemaal zand in de ogen strooien. Wie zit daar als wielerfanaat nou nog echt op te wachten?
Maar dat is dat wielrennen toch altijd Rob, sport op het niveau van stilstaand water? Groeiend gras is ook een mooie vergelijking. Alleen als ze bij de finish komen zie je iets gebeuren. Of als de hele meute over elkaar heen buitelt.
Nou, ik kan me de tijd nog heel goed heugen dat een Tour de France van dag tot dag opwinding opleverde en etappes niet geregisseerd werden vanuit ploegleiderswagens.