Ondanks de bewezen aanwezigheid van zijn talent, dreigt hij een geval te gaan worden. Zo´n probleem voor het wielerminnende deel van de natie dat langzamerhand zich toch ongemakkelijk zal gaan voelen en steeds minder weet wat het met hem aan moet. Na zijn aanvankelijke belofte met zijn vijfde plaats in de Tour van een aantal jaren terug, is het eigenlijk alleen maar kommer en kwel met hem geworden. Of is er nog iemand die weet waar het heen gaat met Robert Gesink, wiens naam de laatste jaren haast synoniem is geworden met teleurstellingen en tegenvallers. Zou hij dan toch gebukt zijn gegaan onder te hoog gespannen verwachtingen, die hij immers zelf met zijn aanvankelijke resultaten heeft opgeroepen? Want raadselachtig zijn ze natuurlijk wel, alle valpartijen waarvan hij nadien het slachtoffer werd, en welke te wijten moeten zijn geweest aan een gebrek aan concentratie dan wel aan de keuze van de verkeerde positie in het peloton. Wat in beide gevallen toch te maken heeft met vakbekwaamheid en professionalisme, welke wel nodig zijn om aanwezig talent echt tot ontwikkeling te laten komen, in combinatie met de juiste grondhouding, d.w.z. het bezit van de bereidheid en de ruggengraat en mentaliteit om ook iets met dat talent te doen en er aan te werken.
Waar het bij Gesink toch aan lijkt te ontbreken, zou een voorzichtige konklusie al kunnen luiden, na zijn peilloze afgang in de laatste Giro d’Italia, waarin hij de aangewezen kopman was en voor het klassement zou gaan, maar niet verder kwam dan zijn mededeling dat hij daarvoor te ziek, te zwak en te misselijk was. Met daar bovenop en nu als klap op de vuurpijl zijn laconieke verklaring voor zijn afhaken in de relatief eenvoudige derde etappe van de Tour, een etappe die hij met zijn aanleg en zijn kwaliteiten met de vingers in de neus voorin het peloton had moeten beeindigen in plaats van met acht minuten achterstand over de meet te komen. Met als enige smoes dat hij zijn krachten wilde sparen om zijn kopman Mollema in de bergen de goede diensten te kunnen bewijzen. Wat we nog maar moeten zien, te meer omdat hij ook nog bekende deze anonieme positie best wel lekker te vinden omdat hij niet meer zo in het oog sprong. Wat even te gemakkelijk en vlot uit zijn mond kwam om niet verongelijkt en miskend te klinken en wat bijna begint te lijken op de voorzichtige aankondiging van het voortijdig sneuvelen van een talent dat nooit held wilde of kon worden en waarvan ik geneigd ben te zeggen dat het de zoveelste is in die reeks van in de knop gebroken Nederlandse wielerbeloften.
Oh, dat had ik nog niet meegekregen zeg, dat-ie alweer op acht minuten staat! Dat wordt dus inderdaad nooit meer wat met die man.
Laat die jongen toch gewoon zijn gang gaan. Het echte talent komt wel boven drijven zonder dat we meteen iedereen die zijn kop boven het maaiveld uit steekt, er omgekeerd weer inslaan…
Pingback: Leve het chauvinisme | Columnisten van Catan