Lang heb ik hem buiten mijn boekenkast weten te houden omdat ik door zijn publieke optredens en zijn daarin getoonde pedanterie niks met hem had. Dus liet ik zijn werk welbewust aan mij voorbijgaan. Een fout vooroordeel is mij nu gebleken, nadat ik zijn laatste boek eigenlijk in één adem had uitgelezen. Kortom, “De man zonder ziekte” van Arnon Grunberg was een grote verrassing voor mij en een bewijs van een groot schrijverschap en tegelijk de nadrukkelijke uitnodiging aan mij om meer van zijn prozawerk te lezen. Hoewel het boek bepaald niet lijvig te noemen is met zijn 220 pagina’s, biedt het door zijn helderheid en de beknoptheid die de schrijver steeds in acht heeft genomen, een overvloed aan aanknopingspunten voor problematieken die door hem zijn aangesneden. Met wel als meest dominante rode draad de behoefte aan veiligheid en comfort die de Westerse mens heeft en in zijn eigen omgeving ook heeft gevonden, maar daarvan volledig vervreemd raakt in sferen en streken waar andere normen en waarden overheersen.
Waardoor hij verloren raakt in een maalstroom van machten die hij niet kan overzien en begrijpen met als onvermijdelijk gevolg zijn ondergang. Die pessimistische visie wordt dus klip en klaar geschetst en is in “De man zonder ziekte” onmiskenbaar het Leitmotiv, hoewel de aandachtige lezer beslist nog veel meer losse einden zal ontdekken, die Grunberg als metafoor in zijn roman heeft verwerkt en waaromheen hij een verhaal componeerde dat als een pageturner leest zonder ergens oppervlakkig te worden. Journalistiek kan zijn aanpak en zijn stijl het beste genoemd worden, omdat er nergens iets van mooischrijverij te bekennen is. Veel meer lijkt het het meedogenloos verslag van de ondergang van de perfecte en verwende Westerling, die los van zijn ankers en zijn veilige haven geen ander lot beschoren is. En dat haalt Grunberg in dit boek zomaar overhoop, waarmee hij laat zien het niveau van onze polder te zijn ontstegen, met zijn heldere stijl als een extra bewijs daarvan.
Ik ben er niet ver in gekomen. Misschien nog maar eens een poging wagen …
Ik zou het toch maar nog eens proberen. Want het is echt een heel goed boek dat dus ver en ver uitstijgt boven zo’n boek als “Het zevende kind”, dat zich honderden en nog eens honderden bladzijden voortemmert zonder dat je het gevoel krijgt dat je de grote lijn te pakken hebt. Daar moet je tot blz 600 of daaromtrent op wachten. Dan moet Grunberg toch zijn transparantie en puntigheid nagegeven worden.