Dit is een ongelooflijk verhaal en tegelijkertijd een vergeten zwarte bladzijde uit de meest recente Europese geschiedenis. Uiteraard betreft het een zoveelste paragraaf die werd geschreven in het kader van de Tweede Wereldoorlog, die wel nooit tot een eind lijkt te komen. Nu waait er weer een zonderling bericht over uit Ierland, dat in die vijf oorlogsjaren een wel heel starre positie innam, want volhardde in haar neutraliteit. Wat onder andere betekende dat diplomatieke betrekkingen met Duitsland en Japan onderhouden bleven worden, dat de relaties met de geallieerden koel en terughoudend waren, dat schepen van die bondgenoten geen toegang kregen tot Ierse havens en Joodse vluchtelingen elk onderdak geweigerd werd. Met als dieptepunt van die halsstarrigheid de condoleances die de Ierse president De Valera aan Duitsland aanbood na de dood van Hitler. Logisch uitvloeisel van dit soort standpunten was dan ook dat de zevenduizend Ierse militairen plus hun zestigduizend landgenoten die aan de zijde van de geallieerden meevochten tegen de nazi’s na afloop van de oorlog werden gebrandmerkt als deserteurs en landverraders en door De Valera op een zwarte lijst werden geplaatst waardoor ze uitgesloten werden van werk in overheidsdienst, geen pensioen kregen en ook vaker werden uitgestoten door familie en vrienden.
Dat heeft al die jaren in dat vaker zo bewonderde Ierland gespeeld, die verguizing van Ieren die in de oorlogsjaren de goede kant kozen. Een zwarte bladzijde dus, waar nooit ruchtbaarheid aan werd gegeven, maar welke op zich paste in de geschiedenis van dat aartsconservatieve, reactionnaire katholieke Ierland dat getuige die verkrampte houding tijdens de Tweede Wereldoorlog kennelijk hevig worstelde met zijn verleden dat beheerst werd door de na tientallen jaren van strijd in 1921 verworven onafhankelijkheid ten opzichte van Engeland. Vanuit dat verwrongen perspectief was het dus not done om met de voormalige kolonisator mee te vechten tegen de Duitsers. Vandaar die brandmerking van die Ieren die de goede kant kozen. Met als meest kwalijke kant van het hele verhaal dat het welgeteld zeventig jaar geduurd heeft voordat de Ierse staat tot inkeer kwam en door middel van een zonder hoofdelijke stemming in het parlement aangenomen amnestiewet die zo lang getekende veteranen excuses heeft aangeboden. Waarmee hun historisch gelijk eindelijk werd erkend, hoewel het zoet daarvan aan enkele tientallen nog levenden bleef voorbehouden.
Daar zullen al die inmiddels gestorven militairen blij mee zijn. Voor mij raakt dit kant nog wal.
Nooit geweten dit. Ik weet zoveel nog niet over de oorlog.
Dit verhaal kende ik ook niet, ook nooit over nagedacht door de automatische veronderstelling, dat de Britten wel de kastanjes voor hun uit het vuur zullen halen.