Een uitstapje naar Doorn

Op de drempel van de zomerse dagen gaan mijn gedachten terug naar zo’n zestig jaar geleden, toen er nog geen auto’s en reisorganisaties waren, laat staan caravans, luxe campings of al die faciliteiten waardoor je nu met gemak en zonder nadenken veertien dagen vakantie gesleten krijgt. Schraalhans was nog keukenmeester en je moest die dagen die je vrij van de baas kreeg, maar door zien te komen. Reizen van weken zaten er niet in. Je moest je thuis of in de direkte omgeving daarvan zien te amuseren. Zo ongeveer stak de wereld in elkaar. En dan betekende een mooie dag zoveel als een dagje uit, een fietstocht van Culemborg naar Doorn, ik achterop bij mijn vader en mijn zus bij mijn moeder voorop in het bakje. Zo togen wij naar het zwembad Woestduin, dat toch als een ware attractie voor ons gold, omdat wij in onze woonplaats aangewezen waren op het water van de Lek, waar je niet echt van opfriste, los van de gevaren die het bood. Vandaar dat plezier van zo’n tocht naar Doorn. Omdat dat hoogstens één keer per jaar door mijn ouders werd gedaan, keek je als kind je ogen uit en was alles dat in je blikveld kwam, een beetje een wonder. De pont, de dijk langs de Lek, de brug over het Amsterdam-Rijnkanaal, de watertoren bij Werkhoven, Cothen en vervolgens de lange weg door Langbroek waarlangs in de verte de bossen van Doorn zich aankondigden en welke eindigde bij het kasteel van de Duitse keizer Wilhelm. 

Vervolgens de grote weg, hartje Doorn plus de oversteek naar dat zwembad, dat zo begeerd en veelbelovend was. Voor mijn zus en mij die in en rond het water met die reuzenglijbaan en nog veel meer onze ogen uitkeken, omdat onze wereld tot dan toe veel kleiner was. Voor mijn ouders minder verbaasd en luidruchtig, eerder welgedaan en blij dat ze na de fietstocht even hun gemak ervan konden nemen. En natuurlijk vloog de tijd om, altijd sneller dan je het zou willen, smaakte het brood veel lekkerder dan thuis, kwam aan onze pret daar een eind en moesten we ons boeltje pakken om huiswaarts te gaan langs dezelfde weg. Wat zonder tegenzin gebeurde omdat het ook vaste prik was dat we nog wat gingen drinken op een terras aan de uitvalsweg richting Culemborg. Een glaasje koude chocomel om de dag te bekronen. Waarna we moe maar voldaan, zoals je dat toen nog zo mooi mocht zeggen, huiswaarts keerden. Dezelfde weg, achttien kilometer lang en natuurlijk met wind tegen, waar ik verder weinig last van had achter de brede rug van mijn vader, die mij beschermde en hielp te soezen en te dromen met mijn ogen open. Want dat was het leven toen nog, zonder het besef dat je die dag in de achtertuin van de grote schrijver Simon Vestdijk had gezwommen. Daar kwam ik zestig jaar later in zijn biografie pas achter.

Advertentie

Over robschimmert

een senior met een brede belangstelling en een sterke maatschappelijke betrokkenheid, die daaraan op schrift en in de vorm van een weblog vooral uitdrukking wil geven.
Dit bericht werd geplaatst in Herinneringen en getagged met , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s