Het vliegt mij nu al aan en ik krijg het Spaans benauwd van het enkele idee dat het met de dag deze maand alleen maar erger wordt. Het voelt als die guirlande die tegen mijn zin en buiten mijn wil om mijn hals is gelegd en die zich tot 30 april per dag ontwikkelt tot die alles verstikkende oranje deken waardoor je nauwelijks meer eigen lucht krijgt, uitsluitend omdat we geacht worden tot dan alles samen te doen. Want dat staat als een paal boven water. De Oranjegekte wordt alleen maar gekker omdat het volk graag bij de groep wil horen, zoals opperstalmeester Wijers dat heeft verordonneerd. Holland wil weer een feestje na een winter die maar geen eind leek te krijgen en met al die somberte over de economie, de bankencrisis en een dalend consumentenvertrouwen. Daarom moet iedereen eraan als er stuivertje gewisseld wordt op en rond de kroon. Wat daar zo feestelijk aan is, blijft vooralsnog onduidelijk omdat er noch in 1980 of in 1948 enige aanleiding daarin werd gezien om er veel tamtam omheen te maken. Maar nu dus ineens wel. Wat laat zien hoe Nederland in feite veranderd is en een party – en festivalland is geworden waar elke gelegenheid wordt aangegrepen om collectief lol te trappen. Zonder dat het verder niveau hoeft te hebben of meedingt naar de prijs voor originaliteit.
Want qua smakeloosheid is de reeks van prullaria die naar aanleiding van dat naderende feest op de markt wordt gebracht, nauwelijks te overtreffen, hoewel de bierpulhoed het bij uitstek en misschien wel op afstand in deze kategorie het het beste doet. En op oorspronkelijkheid hoeft er helemaal niet gerekend te worden als er door het hele land aan koningspelen zal worden gedaan en er dankzij een gezamenlijke inspanning een kroningslied tot stand komt. Want welbeschouwd lijkt het daarmee of we terugkeren naar het Nederland van 1898, toen Wilhelmina ingehuldigd werd en er daarvan nog een serieus volksfeest werd gemaakt, als de illustraties en foto’s uit die tijd ons tenminste niet bedriegen. De dertigste april 2013 zou daar zo maar een replica van kunnen worden. Geen hond die daar om maalt. En al helemaal niet de republikeinen, de werklozen, asielzoekers, allochtonen die aan de zijlijn zwijgend, want met de mond gesnoerd, naar al deze flauwekul, naar deze gekroonde oubolligheid waarin de negentiende eeuw een eenentwintigste eeuws jasje kreeg, mogen toekijken en vooral hopen dat het allemaal zo snel als mogelijk passeert. Hoewel nu al zeker is dat daarover hier nog niet het laatste woord is geschreven.
Aan mij gaat het allemaal voorbij. Ik hoef aan die onzin niet mee te doen.
Het hangt me al weken de keel uit, en dat terwijl het nu pas echt lijkt te beginnen.
Zolang zie niet hossend door onze straat komen midden in de nacht mogen ze van mij hun gang gaan, ik merk er toch niets van.
Je maakt je als monarchie ook wel onsterfelijk belachelijk als je dit voorbij laat gaan zonder dat je er iets aan doet, toch? En dat ondernemers een graantje willen meepikken door allerlei rotzooi te koop aan te bieden…ik vind het ook niks, maar ben bang dat dat is wat er nog over is van de Hollandsche koopmansgeest.
Die monarchen doen er niets aan. Het is dat gevolg, de hielelikkers en pluimstrijkers die goede sier willen maken door een volk op sleeptouw te nemen in deze onzin, terwijl er waarachtig wel wat anders aan de hand is om ons druk over te maken.
Ja, dat vindt de SGP ook. Geen voetbal meer, geen films, geen popmuziek, alleen nog dingen die er toe doen.