Links en rechts ben ik wel wat fotoreportages tegengekomen en zag ik verder dat er een paar uitzendingen op televisie aan gewijd waren. Maar vreemd genoeg las ik nergens de herinneringen van leeftijdgenoten aan die dramatische gebeurtenis van 1 februari 1953. Zou de tijd dan toch alle wonden helen? Ik raak het nooit meer kwijt, die onuitwisbare indruk van dat enkele moment, gisterenmorgen bijna op de minuut af zestig jaar geleden. Het was een zondagochtend zoals er zovele toen waren. Het begin van een dag waar normaal gesproken geen doorkomen aan was, waar je elke minuut maar de baas moest zien te worden. Ik weet nog altijd niet waarom de radio juist toen aan stond, terwijl hij anders altijd zweeg omdat er toch alleen maar kerkdiensten en missen werden uitgezonden. Het werd tien over half twaalf en een stem, zo’n typische radiostem, kondigde een extra nieuwsuitzending aan die verzorgd werd door het Algemeen Nederlands Persbureau, het ANP.
Zo’n aankondiging alleen al was zeldzaam en de gedragenheid waarmee dat gebeurde, benam je half en half de adem. Dus werd het doodstil bij ons thuis, waardoor het nieuws dat in Zeeland en Zuid-Holland op tientallen plaatsen dijken waren doorgebroken onder het geweld van de storm en het water, haast als een bom in kon slaan. Het moment is tot in detail in mijn geheugen gegrift en staat nog altijd helder op mijn netvlies. Ik zie de oude radio, zo’n houten kast, nog in de hoek staan met daarnaast de ficus, daarvoor de eettafel en de vier Gispen-stoelen, op een waarvan ik zat te luisteren, gekluisterd, gevangen in mijn schrik en versterkt in mijn verwondering en niet-begrijpen, en heel alleen. Want dat was je toen wel als jongen van negen jaar, en nog meer in die enkele minuten, waarin de wereld en het leven zich bij mij aandienden als nooit tevoren. Een moment dat mij altijd bij is gebleven en ook vandaag weer terugkomt bij mij, maar waarover ik verder nauwelijks iets heb gelezen. Zou het vergeetboek dan werkelijk bestaan?
Ik ben geboren in dat rampjaar en raak het daardoor nooit meer kwijt…
Ik zal het niet vergeten, wat ik zat er midden in, in een dorp in West-Brabant.
Van die zondag herinner ik me geen bijzonderheden. Maar ik herinner me wel de dagen erna en al die foto’s en de stukken in de krant, die ik allemaal las. Het merkwaardige is dat er volgens mij op school (Ik was zeven, tweede klas) met geen woord over gepraat is. Ik herinner me daar tenminste niets van.
Ik weet er niks meer van. Wat ik gisteren wel hoorde op de radio is dat de Zeeuwen er niet over mochten praten van hun gemeenschap. Dat zou beter voor de verwerking zijn.
Ik weet ook wel dat er inderdaad niet al te opgewonden over werd gedaan. Bij ons op de Lagere School werd er in het voorbijgaan over gesproken. Verder beperkte de aandacht zich tot gebedsdiensten en inzamelakties. Zo herinner ik mij nog goed dat er een kompleet kledingdepot ontstond in de Technische School in Culemborg, waar ik dus toen woonde. Die toch niet kinderachtig kleine school puilde volledig uit van alle tweedehandskleding die was opgehaald tbv de slachtoffers van de watersnood. En een ander aspekt waaraan je kon merken dat er iets bijzonders aan de hand was, was dat er veel oud – dienstplichtigen werden opgeroepen om te gaan helpen. Maar dat was het toch wel. Het leven in de rest van het land ging verder en de ellende in het watersnoodgebied werd via de krant gevolgd. Men was nog niet zo gewend om over dit soort zaken die buiten de eigen levenssfeer lagen, waaronder ook de politiek, met elkaar te praten.
Het was nog vrij kort na het einde van de oorlog. De mensen hadden al het nodige meegemaakt. Dat zal hebben bijgedragen aan het: oppakken en doorgaan, niet meer over lullen. Die houding had men na de oorlog al aangenomen.
Ik was nog geen twee jaar en ken de ramp van het fotoboek dat mijn vader had; De Ramp genaamd. Foto’s hadden een magische aantrekkingskracht op mij, als jong kind al, en de foto’s in dat boek maakte diepe indruk op mij.