Wat is dat toch met Nederland, dat de laatste jaren bij ieder wissewasje het hoofd lijkt te verliezen? Dat is de gerechtvaardigde vraag die onherroepelijk bij je opkomt als je al wat jaartjes langer meeloopt. Mij overkomt dat tenminste wel. Eigenlijk is dat meer dan normaal omdat ik ook andere tijden heb gekend toen het er in ons land, ondanks alle maatschappelijke spanningen, heel wat rustiger aan toe ging. De zestiger en zeventiger jaren hebben, voorzover ik mij dat kan herinneren, niet die commotie gekend zoals die nu bij wijze van spreken bij elke scheet weer ontstaat. En dan gaat het echt niet om de sociale problematiek die de tachtiger jaren zo kenmerkte en brede lagen van de bevolking zo hevig trof zonder dat dat tot kollektieve uitbarstingen van emoties leidde. Kom daar tegenwoordig nog maar eens om waarin het bedaarde gemoed definitief lijkt te zijn afgezworen en het lopend vuurtje symbool van de moderniteit is geworden. Waarmee zoveel gezegd is dat er maar een enkeling door iets geraakt of getroffen hoeft te worden, of de daarmee gepaard gaande emotie vertien -, verhonderdvoudigt zich in no time via de sociale media. Met als logisch gevolg dat wat een veenbrand leek, zich binnen de kortst mogelijke tijd ontwikkelt tot een uitslaande brand waar honderdduizenden, miljoenen zich aan warmen.
Zodat er dus weinig hoeft te gebeuren of het nationaal chagrijn, want een ander sentiment schijnt er niet meer te kunnen bestaan, wordt gevoed door de zoveelste rel, door de volgende verontwaardiging. Kortom, de emotie spoelt voortdurend over de dijken van een land, waar tot voor kort het gebed, het geloof het goede leven en de beheersing daarin bepaalden. Zoals er evenmin onvertogen woorden waren te horen. Hoe anders is dit land na de eeuwwisseling geworden, waarin iedereen achter alles aan is gaan hollen en op zijn minst met zichzelf op de loop is gegaan. Dit land kent daarom zichzelf niet meer en is buiten zichzelf getreden waardoor alles anders is geworden en niets en niemand meer zichzelf kent in de overspannenheid die de sfeer en het klimaat van de samenleving bepaalt. Rust, kalmte en beheersing zijn daarin ver te zoeken omdat niets meer gestuurd, geregisseerd wordt, maar alleen nog ontstaat, verloopt en gebeurt. Met een voortdurend grotere snelheid en omvang die zichzelf verder aanjagen tot buitennissigheden zoals de 80.000 deelnemers aan een paar schaatstochten daar het meest sprekende voorbeeld van waren. Van dat uitdijen dus en achter elkaar aanhollen tot oneindige proporties. Wat slechts goed kan gaan zolang als het duurt. Tot de wal het schip keert, waarna het moord en brand schreeuwen opnieuw alom zal klinken, omdat ons land nu eenmaal tot het niveau van het lopend vuurtje is afgedaald.
Ja, je hebt de toestand mooi beschreven.
Ja dat van die schaatstochten viel mij ook al op. Je kunt hier niet meer iets organiseren of 100.000+ hysterische mensen komen erop af
Dat komt omdat we hier met z’n veel te velen in een kuil op elkaar zitten.