Was hier vorige week zondag een gedicht te lezen van de hand van Hans Lodeizen, die een voorloper is van de beweging van Vijftigers in Nederland, vandaag is het de beurt aan diens Vlaamse tegenvoeter Paul Snoek (1933 – 1981), die namelijk een zelfde positie innam ten opzichte van de vernieuwing in de Vlaamse dichtkunst, die in ongeveer dezelfde periode plaats vond. Van hem volgt hierna het prachtige gedicht “Echt waar” dat een benauwende afspiegeling is van de problematiek waaraan hij uiteindelijk ten onder ging:
Het is al gebeurd dat ik ’s nachts in bed
even licht heb gemaakt om mij even te zien.
(Ik durf zelfs pas ontvangen brieven ongeopend
posten, om nogmaals de bestemmeling te zijn.)
Ik denk dat ik mezelf uit het zicht heb verloren
en halvelings zoek ben geraakt in het ergens.
Want elke dag vind ik het steeds maar vreemder
mij te betrappen op aanwezigheid.
Echt, het gebeurt soms dat ik mij ’s morgens
in de spiegel aanstaar als een vreemdeling
van wie ik mij niet meer herinner
waar ik hem vroeger heb ontmoet.
Tot het mij invalt dat ik hem daags tevoren
in die andere spiegel heb gezien.
(Of dit nu iets te maken heeft met sterven,
durf ik niet te zeggen. Als ik mij zie vraag ik het hem.)
Mooi om te lezen over een echt gedicht in deze tijd van rijmelarijen ……
Vriendelijke groet,