Een bijzonder en amusant gedicht deze keer. Het is geschreven in 1916 (!) door de fameuze Vlaamse dichter Paul van Ostayen (1896 – 1928). Het draagt de titel “Intermezzo van de oude heer en ’t danseresje” en kon op dat moment als bij uitstek experimenteel aangemerkt worden, want op het snijvlak van dada en het expressionisme.
De oude heer:
Danseresje, danseresje,
Zoveel honderd in de maand,
Word prinsesje, word prinsesje
Tegen zoveel in de maand.
Zoveel in de maand bespaard,
Dikwels ’n cadeautje,
O, m’n mooie vrouwtje,
Is dat niet je liefde waard?
En daarbij ik ben geen lastig heer,
In de week kom ik maar zoveel keer,
Nooit of nimmer meer,
‘k Zou niet kunnen, de jaren doen me zeer.
Het danseresje:
Ouwe heer met senten,
‘k Mag je lijen graag,
‘k Zal nochtans u in het harte prenten
Dat ‘k ook andere vrijers vraag.