Het heeft mogelijkerwijs met ouder worden te maken, met het op jaren komen, waardoor de druistigheid uit je leven verdwijnt en je ook niet meer permanent op zoek bent. De panelen schuiven niet meer zo geregeld, je bent op je plek en meer en meer bij jezelf uit aan het komen. Daar moet het aan liggen dat het beeld van mijn vader steeds vaker voor mij opdoemt, dat ik zijn afschaduwing in mijn gedrag terug begin te zien. Sterker nog. Als ik mijzelf wel eens hoor praten, naar mijn eigen stem luister, is het waarachtig of ik de klank van mijn vaders stem hoor, zijn intonatie, de toonhoogte ervan. Het woordgebruik is uiteraard anders en voorzover ik het kan horen, heb ik de Rotterdamse kleur in zijn stem, die soms wat lijzige spraak, niet van hem overgenomen. Maar vreemd genoeg zet ik accenten wel net zo als hij dat veertig jaar terug deed.
Dat valt mij op en begint met het vorderen van de tijd steeds meer op te vallen, waarbij ik niet weet of dat een feitelijkheid is of dat het zoiets als een illusie is, zo’n fenomeen dat alleen maar groeide sinds het mij die ene keer opviel en mij nu zelfs lijkt te verleiden om de hand van mijn vader, om zijn geest in verschillende facetten van mijzelf en mijn gedrag terug te zien, te herkennen. Waardoor ik het met dat ouder worden, nu ik tot rust ben gekomen en de mogelijkheid te over heb tot zelfreflectie, het gevoel krijg dat ik ook meer en meer zicht op hem heb gekregen, begrip krijg voor hem als mens, als vader, als degene die hij voor mij, voor ons was, maar die ik nooit echt heb kunnen doorgronden omdat de tijd en de gelegenheid er niet voor was, te druk als ik het met mijzelf en mijn bestaan in alle opzichten had. Jammer genoeg, hoewel het ook niet anders is noch kan zijn, omdat dat nu eenmaal hoort bij het leven. Zoals het daarin dus ook kennelijk nergens te laat voor hoeft te zijn.
Zal het zo zijn dat de kracht afneemt om tegen het gen te vechten dat je maakt tot wie je onvermijdelijk gaat worden?
De vraag blijkt zo maar de samenvatting te zijn van wat ik in bijna vierhonderd woorden probeerde te zeggen…..
Mooi he? Misschien dat het dan ook zo is, dat als je vroegtijdig die strijd opgeeft, dat het allemaal wat gladder verloopt?
Zo betrap ik me op mijn gelijkenis met mijn overleden broer. Mijn stem klinkt zoals die van hem, het denken, de muziek, de boeken, de belangstelling, de kleding, het bewegen, de houding, ja zelfs mijn schaduw herken ik als zijn schaduw. Maar er is nu ook tijd en rust en ruimte, die door de hectiek van vroeger niet aan bod kwamen.