Op dit weblog kom ik er momenteel geen dag omheen omdat het het nieuws volledig beheerst en alles in haar schaduw stelt. Het zijn de Olympische Spelen voor en na, van begin tot eind, alsof er bijvoorbeeld in Aleppo niets aan de hand is, alsof de Europese muntunie niet op omvallen staat en er in Nederland geen debat is losgebarsten over de breidelloze en kostbare medicijnverstrekking. Nee, de focus is volledig gericht op Londen, op de medailles die er volgens alle prognoses en wedkantoren door Nederland behaald zullen worden, door onze schermers, judoka’s, roeiers, zwemmers en weet ik wie al niet. En als dan een keer niet aan de daardoor hooggespannen verwachtingen wordt voldaan, is het land te klein en heet het een zwarte woensdag voor de Nederlandse sport te zijn. Wat dan niet alleen bij herhaling door de ether wordt geroepen, maar ons volk de volgende dag ook nog eens wordt ingewreven met inktwarte, kapitale letters op de voorpagina’s van de ochtendkranten. Zo van de leg zijn we inmiddels geraakt dat we niet meer tegen zo’n miniem stootje kunnen. Die teleurstelling moet direkt afgereageerd worden in een vorm die erop lijkt alsof de wereld vergaat. Van landje dat altijd vlak in zijn emoties is geweest, waar alles elkaar vond in het compromis, midden in onze polder, zijn we alle kanten opgewaaid en is het ons haast onmogelijk geworden om nog een gulden middenweg in onze gevoelens te vinden.
Verdoold zijn we geraakt waardoor we onszelf vaker overschreeuwen en onszelf opblazen tot proporties die ons kunnen verre te buiten gaan. Gevoel voor verhoudingen zijn we kwijt geraakt zoals deze Olympische Spelen dus ook laten zien als wij maar voetstoots aannemen dat we links en rechts wel even goud komen oprapen, alsof er geen andere kapers op de kust kunnen zijn. We zijn zo overtuigd van onszelf dat het bijna niet mogelijk is dat wij door anderen afgetroefd worden in onze bijna zekere jacht op het goud dat immers alleen op ons ligt te wachten. En met die blik op oneindig, dus met geen enkel oog voor eventualiteiten die ons streven wel eens konden belemmeren, wat dan ook meer dan eens gebeurt, wordt de teleurstelling des te groter als dat zo zeker geachte succes niet voor het grijpen ligt. Met zo’n zwarte woensdag tot gevolg, noem het gerust dat diepste dal waar we in terecht kwamen met onze torenhoge verwachtingen die bijna zekerheden leken. Wat niet eens de eerste keer is dat dat gebeurde. Waardoor we met ons vlakke karakter dat niets boven het maaiveld duldde, wel in een achtbaan van emoties lijken terecht gekomen. Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt zijn we geworden en daarmee rijp voor de psychater en een nationale therapie om weer met de benen op de grond terug te komen, Daar waar we klein en veilig zijn.
Ik zelf en ook in mijn sociale omgeving ben ik nog nooit zoveel apathie voor de spelen tegen gekomen als deze keer. Na de teleurstelling over het EK, gevolgd door een tour, een op de achtergrond geraakt Wimbledon is de sport zo kapot geluld door wat nationale irritante ouwhoeren, dat ze overkill gepleegd hebben, waardoor het echte nieuws wordt weggedrukt.
Dat de broodjournalistiek, de bijbehorende bobo’s, de volemdamse bn-ers en alle
door de belastingbetalende gesalarieerde hotemmetoten er omheen veel lawaai blijven maken wil mij nog niet doen geloven dat dit ook het nationale volksempfinden vertegenwoordigd.
Eerlijk gezegd sla ik ALLES dat over de olympische spelen gaat over: TV, krant, journaal, peil-enquêtes (“weet-niet”/”geenantwoord” vul ik in.) En ik heb géén idee hoeveel / wat voor metaal aan medailles NL gehaald heeft (of de rest van de wereld), welke emoties er spelen weet ik ook niet, en ik wil het zou houden 🙂
Aleppo, ja, dàt volg ik wel.
Dus het is wel ‘ns prettig om te lezen dat ik niet de enige ben die geen enkele affiniteit met dat “circus” heeft 😉
Het blijft sport natuurlijk. En het is een spelletje, je kunt niet altijd winnen. Ook Nederlanders maken wel eens een (inschattings)foutje