Hoewel ik weet dat het vechten tegen de bierkaai is, blijf ik mij inspannen voor het gebruik van goed Nederlands. Want moeten we dan maar alles overboord gooien wat ons een beetje dierbaar is? Logisch daarom dat ik voldoende momenten ken om mij te kunnen ergeren. Er gaat nagenoeg geen dag voorbij. Maar ik houd daar wel de maat in omdat je anders geen leven meer hebt. Maar de afgelopen week werd het mij toch even te dol in Valkenburg, toeristenoord bij uitstek en brandpunt voor de Nederlandse dagjesmens.
In elk geval geen plaats waar je buitenlanders tegenkomt of kunt verwachten, maar waar men kennelijk ook groter wil denken dan dienstig is. Want wie schetste mijn verbazing toen ik daar affiches zag waarop voor 10 juni een “Big Fair for Living Statues” stond aangekondigd? O.k., dat men het dialect in de geschreven vorm afzweert, kan ik nog volgen, maar om dan maar meteen het ABN over te slaan en de sprong naar het Engels te maken, is toch een stap te ver en tegelijk het bewijs dat groot doen en klein zijn wel degelijk kunnen samengaan.