Omdat ik in mijn doen en laten niet zo’n uitbundige maatvoering ken, hoogstens in mijn gedachten, kan ik mij des te meer verwonderen over de wijze waarop anderen zich in hun bezigheden te buiten kunnen gaan. Van mij mogen ze, hoor. Alleen hoef ik niet zo ver in alles te gaan om mij er toch al tevreden mee te kunnen voelen. Met als gevolg dat ik er vaker niks van begrijp dat mensen hun genoegen nog alleen maar kunnen behalen als ze de top van hun Olympus hebben bereikt. Voor minder doen ze het niet en voelen ze ook geen bevrediging. Waaraan ik verder geen waardeoordeel verbind. Maar curieus blijf ik het wel vinden, hun fanatisme, met name als ik dat zie bij mijn leeftijdgenoten waarvan ik toch had verwacht dat zij de betrekkelijkheid van alles inmiddels wel onder ogen hadden gekregen. Maar kennelijk en ook gelukkig ben ik niet de maat van de dingen, waardoor alles gaat zoals het gaat en dus vaker mijn fantasie ver overschrijdt. Zoals dat stel dat ik onlangs tegen het lijf liep en dat gepassioneerd was geraakt door het wandelen. Kan en komt mij geenszins vreemd voor, omdat ik daar ook altijd plezier aan heb beleefd, zij het met mate. Wat zoveel betekende als een tocht van een twee tot drie uur, maar meer ook niet, omdat het dan wat ons betreft wel welletjes was en wij ook niet de aanvechting hadden om met onze voeten prestaties neer te zetten.
Hoe anders dus bij dat stel dat eenmaal aan de praat hoog begon op te geven over de afstanden die het gewoon was af te leggen en die in mijn beleving bijna in de buurt van een dagtaak leken te komen. Want daar kun je, dacht ik, toch van spreken als je dagelijks zo’n vijfentwintig kilometer pleegt af te leggen, hoewel, dat dan weer wel, vier keer per week. En van die dagtaak bleek ook wat overdreven te zijn, omdat ze gewend waren om die afstand in een geforceerd marstempo af te leggen, met een snelheid van circa acht kilometer per uur. Nou, ieder zijn meug, maar mijn liefhebberij is het niet en gezond kan het ook niet zijn, als je jezelf op die leeftijd nog zo de duimschroeven aandraait, was mijn eerste idee dat ik overigens voor mij hield. Waarmee ik overigens niet ver bezijden de waarheid bleek te zitten. Aan het eind van het gesprek meldde de man namelijk nog langs zijn neus weg dat hij al een paar maanden min of meer op non – actief was door een hevige hernia waarvan de herkomst en de oorzaak lastig te bepalen was. En dat zei hij zonder met de ogen te knipperen. Wat ik dus ook maar niet deed in het plotselinge besef dat ik ook best ziende blind kon zijn. Want weet ik veel wat mijn afwijkingen zijn?
wat een heerlijke, eerlijke log met zoveel herkenning !!!