Afgelopen november kregen wij plotsklaps te horen dat het magazine Hollands Diep nog een nummer te gaan had om daarna een zachte dood te sterven. Omdat de inkomstenbron die vooral uit advertenties bestond, in de loop van het jaar dramatisch was gaan opdrogen. Dood – en doodzonde vonden wij omdat we voor onze 25 euro per jaar toch telkens zes meer dan leesbare en lijvige uitgaven hadden ontvangen door middel waarvan steeds royaal werd voorzien in onze interesse in kunst, cultuur en politiek. Maar wat niet gaat, dat gaat dus niet. Zo berustten wij, ook omdat ons nog twee nummers van een nieuw magazine werden toegezegd als pleister op de wonde en omdat we in feite nog twee edities van Hollands Diep te goed hadden. Dus waren wij uiteraard wel benieuwd naar dat nieuwe blad ‘Park’, dat bij ons vandaag in de bus viel. Maar om te zeggen dat die kennismaking tot luid gejuich leidde, zou zwaar overdreven zijn. Want allereerst zien wij geen kans om het blad te plaatsen. Wat is de bedoeling ervan? Waar staat het voor? Wat wordt bedoeld met dat etiket van “journalistieke glossy”? Ik kan er geen kant mee op en wat met de naam “Park” wordt beoogd, blijft helemaal in het luchtledige hangen. En mocht je verwachten dat de inhoud de richting wijst, dan kom je daar als nieuwe lezer ook bedrogen in uit. Het blijkt meer een verzameling te zijn van wat geouwehoer waar journalistiek en bekend Nederland zich mee amuseert, de neerslag van wat op dat moment er voor de grachtengordel toe doet.
Wat dan geknipt, geplakt en verpakt wordt in de hoop dat de rest van het land en het volk zich daaraan wil vergapen voor zeven euro per keer. Iets anders is er echt niet van te bakken met wel als hopeloos dieptepunt een coverstory die de titel van ‘De versierders’ draagt, waarin een aantal BN’ers gekieteld wordt met het soort teksten dat bijvoorbeeld aan Eva Jinek en Bram Moszkowicz is gewijd en dat als volgt gaat: “Het is niet onwaarschijnlijk dat Eva Jinek en Bram Moszkowicz allebei tegelijkertijd de pick-up line der pick-up lines gebruikten: ‘I’m gonna make you an offer you can’t refuse’. Om vervolgens vast te stellen dat ze de juiste keuze hadden gemaakt, wat men er ook van zou zeggen. Een understatement, want er zijn inmiddels meer meningen over het powerkoppel dan over het Nederlands elftal tijdens een eindronde. Booby-gate, Hell’s Angels en aangebrande vertegenwoordigers van de onderwereld zijn een lachertje vergeleken bij de reacties vanuit het immer tot bemoeienis bereide Nederlandse volk. Als een verstandige Siciliaanse familie in oprichting sluiten ze de gelederen; op enkele vertrouwelingen en consiglieri na krijgt niemand toegang, zeker Mart Smeets niet, ook al zou hij het hele alfabet zomaar uit zijn hoofd kunnen opzeggen. Ze weten wat ze aan elkaar hebben en bovendien staat de beste advocaat ter wereld hen bij: de liefde, man! Elk opgestuurd paardenhoofd wordt daarom beantwoord met een meewarige blik: you can’t touch us. Bada bing, bada boom!” Zo iets bijvoorbeeld. En daar zou je naar uit moeten kijken. Naar zulke larie en armoede, die nergens toe dient, maar alleen in een mooi jasje is gestoken. Park heette het? Maak er maar gewoon Prak van.