Er lijkt nog altijd het misverstand te bestaan dat boodschappen doen iets voor de dommen is. Nou, ik weet intussen beter, nu ik wekelijks bij elke inkoophandeling in mijn supermarkt steeds reeksen van afwegingen moet maken. Het leven van de verwende consument is er bepaald niet gemakkelijker op geworden. Zijn pad gaat allerminst over rozen. Zie maar eens in een handomdraai de weg te vinden in de overvloed, in het doolhof van artikelen dat er wordt aangeboden. En dan ben ik nog enigszins bevoorrecht, want je zal wekelijks maar naar Albert Heijn moeten, naar die kruidenier waar je nog alleen maar scheel kunt worden van de veelheid aan artikelen, van alle variaties die men heeft bedacht om de klant alleen maar stapelgekker te maken. Daarbij vergeleken mag ik mijn C1000 bijna een heiligdom noemen, zij het dat het aantal keuzemogelijkheden ook daar buiten proportie is. Wat zoveel betekent dat je bij elk artikel uiteraard al moet letten op de hoeveelheid, het merk en de kwaliteit, waarna normaal gesproken de aanschaf een feit zou moeten zijn ware het niet dat je tegenwoordig ook nog eens bij ieder artikel te kijken hebt naar de datum van houdbaarheid. Wat gerust een complicerende factor genoemd mag worden, omdat de boodschappenlijst nu eenmaal zo is ingericht dat daardoor in de maaltijden van de komende week kan worden voorzien.
En er zou nog niets aan de hand zijn als die houdbaarheid zich altijd zou uitstrekken over een maand of liefst nog langer. Wat bijna nooit het geval is als je al kijkt naar de levensmiddelen die praktisch altijd mijn lijstjes sieren, t.w. de groenten, de zuivelprodukten, het brood en de vleeswaren, welke alle meestal een houdbaarheidsvenster van hooguit een week hebben. Waardoor ter plekke een lastig verhaal kan ontstaan, een puzzle die niet een, twee, drie op te lossen is. Met als gevolg dat de afwerking van de lijst in een ruk en met 100 % succes praktisch tot de onmogelijkheden behoort en een tweede gang naar diezelfde supermarkt bijna een normale gang van zaken is geworden. Tenzij je meteen een alternatieve lijst bij de hand hebt. Maar zo ver hebben wij de kunst van het doen van boodschappen nog niet ontwikkeld. Wij houden ons nog bij het improviseren of bij dat ‘God zegene de greep’ dat er overigens nog niet toe heeft geleid dat wij van de honger zijn omgekomen. Feit blijft dat je als kopende klant niet meer alleen je boodschappen kunt pakken, maar dat er veel meer bij komt kijken. Je bent de spil in het logistiek proces geworden dat een gezin aan de praat en draaiende moet houden. Waarbij je beslist op je tellen moet passen.
In case of emergency hebben we nog altijd wat in de diepvries…
Ik heb er geen enkele moeite mee en haal afwisselend in 4 verschillende supermarkten. Weet dus ook de verschillen daartussen. Houdbaarheid is geen probleem bij groente in glas. Dat gaat jaren mee en door het glas kan je zien of er troep is ingemaakt.
Melkproducten gaan vrijwel allemaal fout door lactose. Camembert gaat bijn mij wel goed en je voelt of die te slap (te jong) of te hard (te oud) is. Ham koop ik niet omdat dat te lang duurt voor een 1-persoonshuishouden en dat is vragen om buikloop. Bij een aantal producten kijk ik naar de datum.
Van heel veel producten heb ik bepaald dat ik die niet koop. Niet lekker, niet nodig of er zijn betere altenatieven. Over die producten kijk ik moeiteloos heen en ik koop ze ook niet als ze in de reclame zijn.
Boodschappen doen wij hier afwisselend, dan ik, dan mijn man. En die heeft daar geen enkele moeite mee. Maar wij doen het al zo jarenlang.
Tussen de C1000 en AH zie ik geen enkel verschil. Bij ons alletwee net zo groot.
Groenten en fruit pak je gewoon vers. Of gaan we even langs de boer, als we zin in fietsen hebben.Voor brood ga je naar de bakker, voor vlees naar de slager. Voor lekkere kaas naar de markt. En voor de rest zal het mij een zorg zijn. Vleeswaren eet ik niet. Vind ik allemaal troep. En als ik iets wil weten van een product, vraag ik het aan mijn zoon. De hotelschoolman.
Ik haat boodschappen doen.