Hoewel ik van nature een optimist ben, begint het mij toch de nodige moeite te kosten om de kop recht overeind te houden en altijd de zonzijde van het leven te vinden. Voor een goed begrip. Dit heeft niets met zelfbeklag te maken noch met mijn behoefte om publiekelijk steun te zoeken. Wat dat betreft kom ik in mijn eigen kleine kring immers voluit aan mijn trekken. Het is meer de simpele konstatering van hoe het leven zijn loop kan krijgen en hoe je daarin onaangenaam verrast kunt worden, en dan nog niet eens alleen door jezelf en je eigen beperkingen. Maar wat je werkelijk overvalt, is dat wanneer het je niet meer naar den vleze gaat, wanneer je getroffen wordt door tegenslagen, het zo maar aan bepaalde kanten in je direkte omgeving beangstigend stil kan worden. Wat, als je je daarin verder verdiept, slechts een uiting blijkt van onvermogen, van het zich geen raad weten met de wijziging die zo plotseling is opgetreden in een wederzijdse relatie.
Men blijkt niet in staat een brug te slaan over de kloof die is ontstaan en die zich kennelijk peilloos diep openbaart. Met als gevolg die onmetelijke angst, dat niet durven om het kontakt te leggen waarbij dan als argument voor die aldus ondervonden moeilijkheidsgraad wordt gebruikt dat wij getroffen zijn door zoveel leed dat men er geen raad mee zegt te weten. Wat des te meer verbaast omdat zo als het ware wordt gesuggereerd dat men toch liever goed nieuws van ons wil horen en niet op onze narigheid zit te wachten. Of ik moet inmiddels al zo geconditionneerd zijn geraakt, dat ik nog alleen maar op deze manier kan luisteren en aan die halve verontschuldiging slechts die draai kan geven waardoor het lijkt op een slap excuus, waar ik niks mee kan en wil doen. Die mij eigenlijk gestolen kan worden tegenover al die blijken van medeleven die ons gelukkig recht op de been houden en ons hart verwarmen, maar tegelijk de gevoelsarmoede laten zien en zelfs accentueren bij bepaalde mensen, die daar, zo denken wij dan maar, verder ook niks aan kunnen doen als ze vervallen in hun pijnlijk zwijgen.
Moeilijk om hier een mening te verkondigen als je zelf niet in deze situatie zit. Het “ik wil zelf niet in deze situatie terecht komen” speelt hier een grote rol denk ik. Het is niet de persoon of personen in deze, maar het gegeven waarin jullie verkeren, dat dit zo maakt. Pijnlijk….
Het is iets waar je vaker over hoort. Sommige mensen weten zich er gewoon geen raad mee, zo lijkt het.
Des te intrigerender is het hele verschijnsel.
Ik denk dat angst de drijfveer is. Angst voor de confrontatie met ziekte en dood. Door er ver van te blijven denkt men dat het ook ver van hen blijft. Struisvogelpolitiek. Niet gericht tegen jullie maar tegen de ziekte. En er niets aan kunnen doen. Daarbij komt dat veel mensen hun eigen kop vol sores hebben en die kunnen die van een ander er niet bij hebben.
Het pijnlijke zwijgen is voor velen onder ons als het menselijke tekort te kwalificeren. Juist deze weken is er ook in onze familiale omgeving sprake van onnoemelijk lijden en verval van krachten, welke een jaar geleden nog voor onmogelijkheid gehouden werd. De konfrontatie met de situatie van de patient was heftig en slechts een pijnlijk zwijgen op dat moment het enige antwoord.
Wat voor “raad” denkt men zich te moeten weten dan? Wat is er zo moeilijk te snappen aan het simpele aanwezig zijn?
‘Dood’, dat is niet: het noodzakelijke verlaten van onze tijdelijke zielsbehuizing. ‘Dood’ is wel: het vrijwillige verraad aan de eigen ziel door zelfzuchtige schijterigheid. Wie zijn leven wil houden zal het verliezen.
Nu ben ik geheel onbekend met jullie situatie, maar ik denk dat het pijnlijke zwijgen, alias het menselijk tekort (om de angst te overwinnen zich te verplaatsen in leed van anderen, dat evengoed je eigen leed had kunnen zijn, en het hoogstwaarschijnlijk vroeg of laat ook zal worden) wel (her)ken.
Het is net alsof het leven soms een toneelstukje is aan de interview-tafel van De Wereld Draait Door, waar alleen mensen met ‘behapbare’ verhalen mogen aanschuiven, en de rest wordt met zachte dwang van het toneel afgevoerd.
Misschien doen zèlfs wel juist de TV-programma’s die expliciet over zware ziekten gaan daaraan mee (ik kijk er niet naar, omdat ik het vaak als een soort emo-tv over de rug van ernstig zieke mensen zie) die een soort vals beeld scheppen dat zware ziekte wel te overwinnen is “als je je best maar doet” — zie ook deze recensie van Jean-Pierre Geelen: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/6207/Jean-Pierre-Geelen/article/detail/3038820/2011/11/17/Liveshow-tegen-kanker-is-geprojecteerde-onmacht-gemaakt-door-handelaren-in-emotie.dhtml
Alsof we zware ziekten met z’n allen op elk gebied willen bezweren: òf we zwijgen erover, en àls we erover praten, dan doen we hat al snel in het (valse) kader van “met wilskracht kun je dit overwinnen.”
Terwijl sommige ziekten zó dodelijk zijn, dat er *niets* tegenopgewassen is.