Ieder zijn meug. Maar mijn pakkie – aan is zo’n elfde van de elfde zeker niet. En ook nooit geweest. Om elk misverstand bij voorbaat uit te sluiten. Wat precies de lol ervan is om ergens middenin november met zijn tien – en tien – en nog eens tienduizenden op het Maastrichtse Vrijthof te gaan staan springen, zingen en zuipen om zo het carnavalsseizoen in te luiden, is mij altijd ontgaan. Vanaf het prille begin, zo’n dikke twintig jaar geleden, toen het nog een piepklein feestje was voor die rascarnavalist die aan die drie, dolle, dwaze dagen niet genoeg dacht te hebben en dus dat feest maar voorzag van een aftrap en een aanloop van drie maanden, van een heel seizoen om in de stemming ervoor te komen. Wat er toen nog onschuldig en half en half bizar uitzag, dus nauwelijks de moeite waard was om er aandacht aan te besteden, is in twintig jaar tijd tot een kolossaal volksfeest uitgegroeid dat een dag lang heel Maastricht en direkte omgeving in zijn greep weet te krijgen. Op een vrijdag als vandaag bewegen en verplaatsen zich zo’n dik honderdduizend mensen, dus eenmaal de bevolking van die stad, naar en in Maastricht om de aftrap te geven voor de aanloop naar het carnaval.
Om een start te maken met dat seizoen van drie maanden waarin reeksen van festiviteiten worden gehouden om maar warm te draaien voor dat feest. Net zo is Nederland, is Maastricht in dezelfde tijd van twintig jaar veranderd. En of dat ook in het voordeel is, laat ik graag aan het oordeel van anderen over. Ja, zal zonder twijfel gezegd worden door hen voor wie het leven alleen maar uit feesten bestaat of in elk geval een feest is. Maar aan de andere kant zullen er legio mensen zijn die bij al dit geweld en deze aantallen nog alleen de schouders kunnen ophalen over zoveel ijdel en leeg vertoon, dat op zich geen andere zoden aan de dijk zet dan dat het mensen een verzetje biedt, wat afleiding, hoewel daarbij tegelijk de vraag gesteld kan worden of zoveel gefeest ook niet een onsje teveel van het goede is. Ik neig in elk geval vol overtuiging naar dat laatste en stel mij daarom de vraag wat de zin en betekenis is van die massale viering van de elfde van de elfde. Mijn pakkie – aan is het dus in de verste verte niet en zal het ook nooit worden, omdat ik geen schijn van een antwoord krijg op die vraag noch dat ik ooit op een kans daarop hoef te rekenen.
Ik kan me ook niet meer terugvinden in het huidige Carnaval. Destijds was het alleen een feestje voor de wagenbouwers, de start van een nieuw seizoen en werd aangegrepen om wat nieuwe bouwers te mobiliseren en de oude garde weer te motiveren. Jaren hebben we op deze manier de start gevierd… Nu zie ik er ook niets meer in, het zal wel goed bedoeld zijn, maar het is niet meer ons carnaval…
We hebben er gewoon een chromosoom te weinig voor. 😉