Tweede garnituur

Over de Nederlandse verslaggeving van de Tour de France kunnen best wat stevige noten gekraakt worden, omdat ze over een breed front de kwalificatie van onevenwichtig verdient. En dan gaat het niet alleen over Ducrot en Dijkstra op tv. Maar ook op de radio en in de kranten schort er het nodige aan en is de balans en de nuance meestal ver te zoeken. Nog afgezien van de chauvinistische toon die bij sportreportages schijnt te moeten horen, ontbreekt het er vaker aan dat prestaties in een perspectief worden geplaatst. Zo kakelt het maar wat over Bauke Mollema en Laurens ten Dam, die de ene dag de maat genomen krijgen om een volgende dag de hemel in geschreven te worden. Zonder dat er ook maar ergens afstand wordt genomen, bijvoorbeeld door te blijven vaststellen dat zij hun posities in het klassement onder andere te danken hebben aan de afwezigheid van Contador, Froome, Wiggins, Andy Schleck en enkele zeer illustere Colombianen. Relativering hoort ook bij verslaggeving, als ze die naam tenminste wil verdienen en er voor kiest om serieus genomen te worden. Over welke intenties met de bijbehorende TdFprofessionaliteit gerust twijfels mogen bestaan. Het lijkt er veel meer op dat het gemoed van de Nederlandse luisteraars, kijkers en lezers gestreeld moet worden. Waardoor er ook geen enkele aandacht bestaat voor het presteren van de zogenaamde tweede garnituur uit Nederland, terwijl daar alle aanleiding toe is.

Ga er maar eens aan staan. Een zesendertigste plaats, die Bram Tankink momenteel in het algemeen klassement bezet, voor grootheden als Sagan, Majka en Rodriguez en in een veld van honderdzesenzestig overgebleven wielrenners, spreekt al voor zich en getuigt van een regelmaat van een hoog niveau. Wat te zeggen van de dertigste positie van Tourdebutant Tom Dumoulin? Een bewijs van ongekende klasse en talent als je zoiets al op je 23e weet neer te zetten, niet door mee te rijden, maar door kansen te zien en te nemen. En last but not least moet natuurlijk de meest vergeten en ondergewaardeerde Nederlandse wielrenner genoemd worden, te weten Steven Kruijswijk. Hij heeft het voor elkaar gekregen om als helper van Mollema en ten Dam de vijftiende plaats in het algemeen klassement te bereiken en onder andere op eenzelfde plaats te staan als Ritchie Porte, de man die Froome moest vervangen nadat deze door een val was uitgeschakeld. Geen Nederlandse verslaggever die over deze prestaties ook maar heeft gerept, laat staan ze in het zonnetje zette. Omdat het tweede garnituur was? Of vanwege ontbrekende vakbekwaamheid waardoor ook geen enkele aandacht is besteed aan de verdienstelijke tweede plaats in het algemeen ploegenklassement, die door de Belkin – ploeg wordt bekleed? Of zou de Nederlandse wielerjournalistiek zelf misschien tweederangs zijn…….?

Over robschimmert

een senior met een brede belangstelling en een sterke maatschappelijke betrokkenheid, die daaraan op schrift en in de vorm van een weblog vooral uitdrukking wil geven.
Dit bericht werd geplaatst in Sport en getagged met , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

3 reacties op Tweede garnituur

  1. math zegt:

    Ik schakel meestal door naar de vlaamse zender, die praten ook nog te veel, maar het is minder aanstelleritis dan Dijkstra. Wat kan die wauwelen.

  2. terrebel zegt:

    ‘Journalistiek’ gaat al jaren niet meer om objectieve verslaggeving maar om ‘welke opmerking scoort meer kijkers en dus reclame-inkomsten?’ Helaas.

  3. sjoerd zegt:

    Sport draait inderdaad alleen nog maar om reclame. En daar werken journalisten graag aan mee. Ik verdenk ze dan ook dat er een gezellig graantje wordt meegepikt uit de ruif van de sport.

Plaats een reactie